Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

5 Aanvrager

1.1 Inleiding

De term ‘aanvrager’ wordt veel gebruikt bij Toeslagen. In dit hoofdstuk bespreken we wie de aanvrager is (paragraaf 1.2) en welke termen de Awir (paragraaf 1.2.1) en andere toeslagenwetten (paragraaf 1.2.2) gebruiken voor de aanvrager. Daarnaast gaan we in op enkele noemenswaardige soorten aanvragers: aanvragers van kindgebonden budget (paragraaf 1.3), minderjarige aanvragers (paragraaf 1.4) en handelingsonbekwame aanvragers (paragraaf 1.5).

Afkortingen en begrippen

In het hoofdstuk ‘Afkortingen en begrippen’ staat een afkortingen- en begrippenlijst. Hierin staan alle in het Handboek gebruikte afkortingen. Ook worden veel begrippen toegelicht. Kijk daar dus als een afkorting of begrip onbekend of onduidelijk is.

1.2 Aanvrager

De ‘aanvrager’ is de persoon die de toeslag aanvraagt. Dit is een logische uitleg van de term, maar volgt ook uit de wet: artikel 4:2 van de Awb. De Awir kent geen eigen definitie van de term ‘aanvrager’.

De Awir gebruikt wél ‘belanghebbende’, maar geeft hiervoor geen definitie. In de Awb staat dat “onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken” (artikel 1:2, eerste lid, van de Awb). De aanvrager is volgens deze definitie altijd belanghebbende. Hij heeft namelijk een rechtstreeks belang bij het besluit op zijn aanvraag. Er kunnen naast de aanvrager echter nog meer personen belanghebbende zijn bij een besluit: voor toeslagen zijn dat in ieder geval ook de toeslagpartner en medebewoner. De Awb-definitie ‘belanghebbende’ is dus breder dan het begrip ‘aanvrager’. In dit hoofdstuk bespreken we enkel de aanvrager. Lees in paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’ meer over de Awb-definitie ‘belanghebbende’.

1.2.1 Aanvrager in de Awir: “belanghebbende”

De Awir gebruikt dus de term ‘belanghebbende’ zonder uit te leggen wat daar precies onder moet worden verstaan voor Toeslagen. Dit kunnen we wel uit de wet en de wetsgeschiedenis afleiden. De Awir gebruikt naast de term ‘belanghebbende’ ook de termen ‘partner’ en ‘medebewoner’. De wet geeft hiervoor wél definities (lees hierover in de hoofdstukken ‘Partner’ en ‘Medebewoner’). Op één vermelding (artikel 14, tweede lid, van de Awir) na, gebruikt de Awir nooit de term ‘aanvrager’ maar dus wel de term ‘belanghebbende’, waarmee de aanvrager wordt bedoeld. Dat heeft de wetgever bij het maken van de Awir ook toegelicht: “Zo worden in dit wetsvoorstel naast het begrip ‘belanghebbende’ de begrippen partner en medebewoner afzonderlijk gebruikt om onderscheid te maken tussen diegene die een inkomensafhankelijke regeling heeft aangevraagd en aan wie de tegemoetkoming al dan niet wordt toegekend, dan wel de partner of medebewoner van deze persoon. Dit laat onverlet dat ook de partner en medebewoner ingevolge de Algemene wet bestuursrecht ook als belanghebbenden kunnen fungeren en voor hen de mogelijkheid van bezwaar en beroep open staat.” (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 764, nr. 3, pagina’s 5 en 6).

1.2.2 Aanvrager in andere toeslagenwetgeving

Naast de Awir bestaat er ook andere toeslagenwetgeving: de Wht voor huurtoeslag, de Wko voor kinderopvangtoeslag, de Wkb voor kindgebonden budget en de Wzt voor zorgtoeslag. Deze wetten gebruiken ook niet de term ‘aanvrager’. Maar ook niet de term ‘belanghebbende’. Welke termen gebruiken deze wetten dan wél voor de aanvrager?:

  • Wht: “huurder”
  • Wko en Wkb: “ouder”
  • Wzt: “verzekerde”

1.3 Aanvrager van kindgebonden budget

De aanvrager is de persoon die de toeslag aanvraagt. Hierbij is dus sprake van een eigen keuze: namelijk of de toeslag wordt aangevraagd en zo ja, welke persoon in het huishouden deze toeslag aanvraagt. Wanneer bij het kindgebonden budget sprake is van een automatische toekenning werkt dit anders. Want wanneer iemand al één of meer andere toeslagen ontvangt én kinderbijslag krijgt, dan krijgt hij/zij automatisch ook kindgebonden budget. Hierbij ontbreekt dus die eigen keuze: de toeslag wordt zonder een door de aanvrager daarvoor ingediende aanvraag toegekend en de aanvrager van de andere toeslag(en) is ook de aanvrager van het kindgebonden budget. Lees over deze automatische toekenning van kindgebonden budget meer in paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’ en paragraaf 1.2.1 van het hoofdstuk ‘Aanvraag’.

1.4 Minderjarige aanvrager

Een minderjarige is jonger dan 18 jaar (artikel 1:233 van het BW). Een minderjarige is alleen handelingsbekwaam als hij met toestemming van een wettelijke vertegenwoordiger handelt, tenzij hierover in de wet iets anders staat (artikel 1:234 van het BW). Oftewel, minderjarigen zijn handelingsonbekwaam. Dit betekent dat zij niet zelfstandig rechtshandelingen mogen verrichten, tenzij de wet een uitzondering maakt. De Awir maakt zo’n uitzondering in artikel 10. Dit artikel gaat over de handelingsbekwaamheid van minderjarigen. Het eerste lid bepaalt dat een minderjarige bekwaam is “de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om een tegemoetkoming te verkrijgen.” En “de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn met betrekking tot de uitoefening, onderscheidenlijk de nakoming van de voor hem uit de toekenning van tegemoetkomingen voortvloeiende rechten en verplichtingen.” Dit betekent dat een minderjarige een toeslag mag aanvragen. En dat hij/zij alle andere dingen mag, en móet, doen die hierbij horen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het doorgeven van relevante wijzigingen (zie paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Herziening’) of het terugbetalen van te veel ontvangen toeslag.

Tip!  Voorbeelden van rechtshandelingen
  • Het sluiten van een koopovereenkomst.
  • Het aangaan van een arbeidsovereenkomst.
  • Trouwen.
  • Ook: het aanvragen van een toeslag.

1.4.1 Uitzondering huurtoeslag

Een minderjarige mag toeslagen aanvragen, zoals in de vorige paragraaf uitgelegd. De huurtoeslag is een uitzondering. Artikel 8 van de Wht bepaalt namelijk dat alleen aan meerderjarigen huurtoeslag wordt toegekend. Hierop geldt ook weer een uitzondering. In artikel 10, tweede lid, van de Awir staat dat als “op grond van een inkomensafhankelijke regeling alleen meerderjarigen aanspraak op een tegemoetkoming hebben, wordt voor die regeling mede als meerderjarige aangemerkt de minderjarige met een kind of de minderjarige van wie beide ouders zijn overleden.” De Wht is zo’n ‘inkomensafhankelijke regeling’. Dit betekent dat een minderjarige wél huurtoeslag kan aanvragen als hij/zij:

  • een kind heeft of
  • wees is.

1.4.2 Zorgtoeslag

In de Wzt staat niet dat alleen meerderjarigen zorgtoeslag kunnen aanvragen. Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Awir kan een minderjarige daarom zorgtoeslag aanvragen. Maar: minderjarigen hebben geen zorgtoeslag nodig en kunnen ook nooit aan de voorwaarden voor zorgtoeslag voldoen. Dit komt omdat de zorgtoeslag bedoeld is voor de kosten van een zorgverzekering (zorgpremie) en minderjarigen hoeven dit niet te betalen. Artikel 16, tweede lid, van de Zvw bepaalt namelijk dat er pas zorgpremie betaald hoeft te worden per de eerste dag van de maand ná de maand van de achttiende verjaardag.

1.5 Handelingsonbekwame aanvrager

Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam, zoals toegelicht in paragraaf 1.4. Zij mogen niet zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Meerderjarigen kunnen soms ook handelingsonbekwaam zijn. Zij kunnen informatie dan niet goed begrijpen en geen weloverwogen beslissingen nemen. Deze meerderjarigen zijn daardoor ook niet in staat om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten, waaronder het aanvragen van een toeslag. Een handelingsonbekwame meerderjarige heeft daarom een wettelijke vertegenwoordiger die een aanvraag voor hem/haar kan indienen. Lees in paragraaf 1.4.3 van hoofdstuk ‘Awb’ welke personen kunnen optreden als wettelijke vertegenwoordiger voor de wilsonbekwame aanvrager. Deze vertegenwoordiger kan met een speciale machtigingscode en zijn DigiD de toeslag aanvragen via Mijn toeslagen.