Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

21 Zorgtoeslag bijlage 1: Kring van verzekerden

1.1 Inleiding

In paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk bespreken we de verzekeringsplicht. Iemand moet (naast andere voorwaarden) verzekeringsplichtige zijn om in aanmerking te kunnen komen voor zorgtoeslag. Verzekeringsplichtigen worden ook wel de ‘kring van verzekerden’ genoemd. In de basis zijn dit personen die in Nederland wonen (met uitzondering van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen) en personen die niet in Nederland wonen maar wel in Nederland in loondienst werken. Lees over deze basisregel in paragraaf 1.3.2.1 van het hoofdstuk. Deze kring van verzekerden wordt uitgebreid en beperkt via het BUB 1999 en via de Verordening (EG) 883/2004. Dat leggen we uit in paragraaf 1.3.2.1.1 van het hoofdstuk.

In deze bijlage zetten we alle personen op een rijtje die door het BUB 1999 wel of geen verzekeringsplichtige zijn (paragraaf 1.2), waarbij we extra aandacht besteden aan buitenlandse studenten die in Nederland studeren (paragraaf 1.2.2.1). Daarna zetten we de voornaamste regels uit de EG-Verordening op een rijtje (paragraaf 1.3).

Afkortingen en begrippen

In het hoofdstuk ‘Afkortingen en begrippen’ staat een afkortingen- en begrippenlijst. Hierin staan alle in het Handboek gebruikte afkortingen. Ook worden veel begrippen toegelicht. Kijk daar dus als een afkorting of begrip onbekend of onduidelijk is.

1.2 BUB 1999

Hieronder vallen alle personen die op grond van het BUB 1999 wél verzekeringsplichtig zijn, ondanks dat zij buiten de basis-definitie vallen. De meesten wonen dus niet in Nederland en verrichten hier ook geen arbeid in loondienst. We noemen hierbij het desbetreffende artikel in het BUB 1999 waar de uitbreiding in staat en geven een korte toelichting. Kijk voor een volledige toelichting altijd in de genoemde wetsartikelen.

1.2.1 Uitbreiding van de Kring

Hieronder vallen alle personen die op grond van het BUB 1999 wél verzekeringsplichtig zijn, ondanks dat zij buiten de basis-definitie vallen. De meesten wonen dus niet in Nederland en verrichten hier ook geen arbeid in loondienst. We noemen hierbij het desbetreffende artikel in het BUB 1999 waar de uitbreiding in staat en geven een korte toelichting. Kijk voor een volledige toelichting altijd in de genoemde wetsartikelen.

BUB 1999UitbreidingToelichting
Artikel 2Diplomatiek en consulair personeel in het buitenlandIemand is verzekerd als hij niet in Nederland woont en als ambtenaar van Aruba, Curaçao of Sint Maarten of anderszins uit hoofde van een uitzending door of met instemming met Buitenlandse Zaken tijdelijk werkt bij een vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland, tenzij hij: - buiten Nederland ook ander werk doet; - of een buitenlandse socialezekerheidsuitkering ontvangt.
GezinsledenOok verzekerd zijn de echtgenoot en kinderen van de hierboven genoemde verzekerde, tenzij zij: - buiten Nederland werken en met dat werk meer verdienen dan het bedrag in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001; - of een buitenlandse socialezekerheidsuitkering ontvangen. Na het overlijden van de hierboven genoemde verzekerde blijven de gezinsleden gedurende een jaar verzekerd, tenzij zij buiten Nederland werken (en daarmee meer verdienen dan het hiervoor genoemde bedrag) of een buitenlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 3Personeel van de Nederlandse overheid in het buitenlandIemand is verzekerd als hij niet in Nederland woont en buiten Nederland werkt voor een Nederlandse overheidswerkgever of bestuursorgaan, tenzij hij: - op het moment van aanwerving niet in Nederland woonde; - buiten Nederland ook ander werk doet; - een buitenlandse socialezekerheidsuitkering ontvangt; - of werkt bij een volkenrechtelijke organisatie en op hem een sociale zekerheidsregeling van die organisatie van toepassing is.
GezinsledenOok verzekerd zijn de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de hierboven genoemde verzekerde, tenzij zij: - buiten Nederland werken en met dat werk meer verdienen dan het bedrag in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001; - of een buitenlandse socialezekerheidsuitkering ontvangen. Na het overlijden van de hierboven genoemde verzekerde blijven de gezinsleden gedurende een jaar verzekerd, tenzij zij buiten Nederland werken (en daarmee meer verdienen dan het hiervoor genoemde bedrag) of een buitenlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 3aRijksvertegenwoordiger op de BES-eilanden en zijn gezinsledenDe Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is verzekerd. Zijn echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden zijn ook verzekerd, tenzij zij: - buiten Nederland werken en met dat werk meer verdienen dan het bedrag in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001; - of een buitenlandse socialezekerheidsuitkering ontvangen. Na het overlijden van de Rijksvertegenwoordiger blijven de gezinsleden gedurende een jaar verzekerd, tenzij zij buiten Nederland werken (en daarmee meer verdienen dan het hiervoor genoemde bedrag) of een buitenlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 4Rijdend, vliegend of varend personeel, buiten Nederland wonendIemand is verzekerd als hij niet in Nederland woont en behoort tot het rijdend, vliegend of op de binnenwateren varend personeel van een in Nederland gevestigde werkgever die internationaal vervoer verricht, tenzij hij: - vooral (“in hoofdzaak”) in het land waarin hij woont arbeid verricht; - of werkt bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging van die werkgever buiten Nederland.
Artikel 5Gezinsleden van varend personeelVerzekerd zijn de aan boord van een schip wonende echtgenoot en kinderen van iemand die op grond van artikel 4 verzekerd is.
Artikel 6Tijdelijke onderbreking van arbeid in NederlandIemand blijft verzekerd als hij niet in Nederland woont, maar wel in Nederland arbeid verricht (en niet in het buitenland) en waarvan die arbeid tijdelijk wordt onderbroken door ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling, werkloosheid, verlof, staking of uitsluiting.
Artikel 8Tijdelijk buiten Nederland studerendenIemand blijft verzekerd als hij een periode uitsluitend niet in Nederland woont vanwege studieredenen als die periode: - aansluitend is op het wonen in Nederland; - of aansluitend is op een periode van wonen in het buitenland waarin hij op grond van de hierboven genoemde artikelen 2, 3, 3a, 4 of 5 verzekerde was.
Tijdelijk buiten Nederland verpleegdenIemand blijft verzekerd als hij aansluitend op het wonen in Nederland uitsluitend vanwege verpleging niet meer in Nederland woont (waarbij die verpleging moet plaatsvinden in een door het ministerie van VWS aangewezen zorginstelling).
Artikel 9Niet in Nederland wonende zelfstandigenIemand is verzekerd als hij niet in Nederland woont, maar wel in Nederland arbeid verricht voor een Nederlandse onderneming en uit die onderneming belastbare winst geniet.
Artikel 9aVreemdelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asielEen vreemdeling met rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8, onderdeel c, van de Vw 2000 (verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd) is verzekerd met ingang van de dag waarop positief op de asielaanvraag wordt beslist en niet eerder.
Artikel 10Vreemdelingen in Nederland wonendEen in Nederland wonende vreemdeling is verzekerd als hij na rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onderdeel a tot en met e of l, van de Vw 2000: - vóór de beëindiging van dit verblijf een aanvraag heeft ingediend om voortgezette toelating; - of binnen vier weken (artikel 69, eerste lid, van de Vw 2000) of later bij een verschoonbare termijnoverschrijding (artikel 6:11 van de Awb) bezwaar of beroep heeft ingesteld tegen intrekking van de verblijfsvergunning.
De vreemdeling is niet meer verzekerd zodra: - onherroepelijk op de aanvraag, het bezwaar of beroep is beslist; - of zijn uitzetting wordt opgelegd, tenzij die uitzetting op grond van de Vw 2000 of een rechterlijke beslissing achterwege moet blijven.
Artikel 11Vreemdelingen rechtmatig verblijf houdend in NederlandEen vreemdeling met rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8, onderdeel f tot en met k, van de Vw 2000 is verzekerd als hij aan loonbelasting is onderworpen vanwege: - in Nederland verrichte arbeid in dienstbetrekking in overeenstemming met de Wet arbeid vreemdelingen; - of op het continentaal plat verrichtte arbeid in dienstbetrekking.
De vreemdeling blijft verzekerd als de arbeid tijdelijk is onderbroken: - en hij recht heeft op betaling van loon of recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet, de WW, de WAO, de WIA, de Wet arbeid en zorg of de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen; - of de onderbreking het gevolg is van verlof, staking of uitsluiting.
Artikel 11aBuiten Nederland en Europa werkzaamIemand is verzekerd als hij: - de nationaliteit heeft van een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland, - buiten Nederland woont in een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland, - een dienstbetrekking heeft met een in Nederland gevestigde werkgever - en arbeid verricht voor die werkgever buiten Nederland, een andere EU-lidstaat, een EER-lidstaat of Zwitserland.
Iemand is verzekerd als hij: - niet beschikt over de nationaliteit van een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland, - buiten Nederland rechtmatig in een andere EU-lidstaat verblijft (met uitzondering van Denemarken), - een dienstbetrekking heeft met een in Nederland gevestigde werkgever en arbeid verricht voor die werkgever buiten Nederland, een andere EU-lidstaat, een EER-lidstaat of Zwitserland.

1.2.2 Beperking van de kring

Hieronder vallen alle personen die op grond van het BUB 1999 niet verzekeringsplichtig zijn, ondanks dat zij wel onder de in paragraaf 1.1 genoemde basis-definitie vallen. De meesten wonen dus wel in Nederland en/of verrichten hier arbeid in loondienst, maar zijn toch niet verzekeringsplichtig. We noemen hierbij het desbetreffende artikel in het BUB 1999 waar de beperking in staat en geven (waar nodig) een korte toelichting. Kijk voor een volledige toelichting altijd in de genoemde wetsartikelen.

BUB 1999BeperkingToelichting
Artikel 12Wonen in Nederland, werken buiten NederlandIemand is niet verzekerd als hij in Nederland woont en gedurende een aaneengesloten periode van tenminste drie maanden uitsluitend buiten Nederland werkt, tenzij dat werk uitsluitend wordt verricht in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever.
Voor de vaststelling van de drie maanden waarin buiten Nederland wordt gewerkt tellen perioden mee waarin het werk tijdelijk wordt onderbroken vanwege: - ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of werkloosheid; - of vanwege verlof, staking of uitsluiting, tenzij tijdens deze perioden in Nederland wordt gewerkt.
Niet van toepassing op mensen die in Nederland wonen en werken voor een publiekrechtelijke rechtspersoon in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of voor een openbaar lichaam in Bonaire, Sint Eustatius of Saba als zij door de Nederlandse overheid zijn uitgezonden.
Artikel 13Personeelsleden ambassades en consulaten in NederlandDe diplomatieke ambtenaar en consulaire ambtenaar van een andere mogendheid zijn niet verzekerd, tenzij zij: - in Nederland ook ander werk verrichten; - of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
 Ook niet verzekerd zijn de naar Nederland uitgezonden administratieve, technische en bedienende personeelsleden van de ambassade of het consulaat van een andere mogendheid als zij korter dan tien jaar in Nederland werken, tenzij zij: - Nederlander zijn; - op het moment van aanwerving in Nederland woonden; - in Nederland ook ander werk verrichten; - of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
GezinsledenOok niet verzekerde zijn de echtgenoot, kinderen en andere inwonende gezinsleden van de hierboven genoemde ambtenaren en personeelsleden, tenzij zij: - in Nederland werken; - een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen; - of die ambtenaar of dat personeelslid verzekerd is. Na het overlijden van de desbetreffende persoon blijven de gezinsleden gedurende een jaar niet verzekerd, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 14Personeelsleden in dienst van een in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisatieIemand is niet verzekerd als hij in dienst is van een volkenrechtelijke organisatie en op hem de sociale zekerheidsregeling van die organisatie van toepassing is, tenzij hij: - in Nederland andere arbeid verricht naast het dienstverband met de organisatie; - of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangt. De volkenrechtelijke organisatie moet zijn aangewezen door de Ministers van SZW, VWS en Buitenlandse Zaken. Die aanwijzingen staan in de Regeling aanwijzing volkenrechtelijke organisaties in Nederland 2015.
GezinsledenOok niet verzekerd zijn de in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en andere inwonende gezinsleden van de hiervoor genoemde persoon, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen. Na het overlijden van de desbetreffende persoon blijven de gezinsleden gedurende een jaar niet verzekerd, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 15Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en SabaDe volgende personen zijn niet verzekerd: - de gevolmachtigde Minister van Aruba; - de gevolmachtigde Minister van Curaçao; - de gevolmachtigde Minister van Sint Maarten; - degene die als ambtenaar is toegevoegd aan één van de hiervoor genoemde personen en die op het moment van aanwerving niet in Nederland woonde; - of degene die als ambtenaar van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba in Nederland een studieopdracht vervult en die op het moment van aanwerving niet in Nederland woonde, tenzij hij in Nederland ook ander werk verricht buiten deze dienstbetrekking of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangt;
GezinsledenOok niet verzekerd zijn de in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en andere inwonende gezinsleden van een hiervoor genoemd persoon, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen. Na het overlijden van de desbetreffende personen blijven de gezinsleden gedurende een jaar niet verzekerd, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 16Buitenlandse ambtenarenIemand is niet verzekerd als hij werkt in dienst van een buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, tenzij hij: - in Nederland werkt buiten die dienstbetrekking; - of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangt.
Gezinsleden van buitenlandse ambtenarenOok niet verzekerd zijn de echtgenoot, kinderen en andere inwonende gezinsleden van de hiervoor genoemde persoon, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen. Na het overlijden van de desbetreffende personen blijven de gezinsleden gedurende een jaar niet verzekerd, tenzij zij in Nederland werken of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
Artikel 17Rijdend, vliegend of varend personeel, in Nederland wonendIemand is niet verzekerd als hij in Nederland woont en behoort tot het rijdend, vliegend of op de binnenwateren varend personeel van een buiten Nederland gevestigde werkgever die internationaal vervoer verricht, tenzij hij: - vooral (“in hoofdzaak”) in Nederland arbeid verricht; - of werkt bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging van die werkgever in Nederland.
Artikel 19Musici, artiesten en sportersIemand is niet verzekerd als hij niet in Nederland woont en in Nederland voor korte duur arbeid verricht als - musicus; - anderszins als artiest; - of als beroep een tak van sport beoefend.
Artikel 20Tijdelijk in Nederland studerenden (zie ook paragraaf 1.2.2.1)Iemand is niet verzekerd als hij in Nederland verblijft op grond van een reguliere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (artikel 14 van de Vw 2000) die is verleend voor studie, tenzij hij in Nederland: - werkt; - of heeft gewerkt gedurende een periode van zes maanden of langer en als werkzoekende staat geregistreerd (als bedoeld in artikel 30b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen). Een stage in het kader van de studie valt niet onder werk. Ook niet als hier inkomsten uit worden verkregen.
Iemand is niet verzekerd als hij: - een Bachelor of Master-graad heeft verkregen, - en beschikt over een reguliere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (artikel 14 van de Vw 2000) die is verleend voor het zoeken naar en verrichten van werk.
Artikel 21Geen verzekering op grond van de WlzNiet verzekerd zijn onder andere de volgende personen: - iemand die in Nederland woont, maar met toepassing van een EG-Verordening of een ander verdrag in Nederland recht heeft op verstrekkingen ten laste van een andere EU-lidstaat; - iemand die in Nederland woont en recht heeft op een uitkering of pensioen van een volkenrechtelijke organisatie.
Artikel 21aOntheffing verzekeringsplicht Wlz 
Artikel 21bOntheffing verzekeringsplicht Wlz, AOW, ANW en AKW 
Artikel 21cOntheffing verzekeringsplicht AWBZ, AOW, ANW en AKW gezinsleden personen werkzaam bij niet in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisaties 
Artikel 22Ontheffing verzekeringsplicht AOW, ANW en AKW 
Artikel 23Vreemdelingen, rechtmatig verblijf houdend in NederlandEen vreemdeling met rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8, onderdeel a tot en met e, of l, van de Vw 2000 is niet verzekerd als hij aan loonbelasting is onderworpen vanwege arbeid, als hij voor een werkgever in Nederland (met uitzondering van het continentaal plat) werkt zonder dat aan de Wet arbeid vreemdelingen is voldaan.

1.2.2.1 Buitenlandse studenten in Nederland

Buitenlandse studenten die tijdelijk in Nederland zijn om te studeren worden van de kring van verzekerden uitgesloten (artikel 20 van het BUB 1999). Specifiek gaat het hierbij om mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben gekregen voor het volgen van een studie. Hoewel zo’n student ingezetene is, is hij dus geen verzekerde en kan hij niet in aanmerking komen voor zorgtoeslag. Ook niet als hij een Nederlandse zorgverzekering heeft.

Hierop gelden twee uitzonderingen (zie ook de tabel in de vorige paragraaf). Een buitenlandse student in Nederland met een tijdelijke verblijfsvergunning om te studeren is wél verzekerde (en kan als zodanig in aanmerking komen voor zorgtoeslag) als hij:

  • werkt;
  • of tenminste zes maanden heeft gewerkt en daarna als werkzoekende staat geregistreerd. 

De aard en de omvang van het werk is hierbij niet van belang. Ook geringe (deeltijd)arbeid en vakantiewerk vallen hieronder en maken dat de student wel verzekerde is. Werk dat wordt verricht uit hoofde van de studie (bijvoorbeeld een stage die een verplicht onderdeel vormt van de studie) valt hier niet onder. Dit wordt gezien als studie, niet werk. De student is dan dus geen verzekerde (zie Staatscourant 10 juli 2007, nr. 130). Dit is hooguit anders als de stage wel de vorm van arbeid aanneemt. Bijvoorbeeld doordat er een arbeidsovereenkomst in plaats van stageovereenkomst is afgesloten en/of loon wordt uitbetaald in plaats van een stagevergoeding.

Artikel 20 van het BUB 1999 heeft overigens enkele wijzigingen ondergaan:

  • Van 1 januari 2015 tot 1 juli 2022 werd onderscheid gemaakt tussen studenten uit Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba en studenten uit andere landen.
  • Tot 1 januari 2015 gold een leeftijdsgrens van 30 jaar. 

Van 1 januari 2015 tot 1 juli 2022 stond in artikel 20 van het BUB 1999 (wettekst 2022) dat iemand geen verzekerde was als hij uitsluitend wegens studieredenen in Nederland verbleef en vóór de aanvang van de studie woonachtig was in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba. In 2017 oordeelde de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat hiermee een onderscheid werd gemaakt tussen deze groep studenten en andere buitenlandse studenten die uitsluitend voor een studie in Nederland verbleven. Volgens de CRvB was “[…] sprake van een verdacht criterium, dat slechts rechtmatig kan worden geacht als hiervoor zeer gewichtige redenen bestaan (ECLI:NL:CRVB:2017:3834, rechtsoverweging 5.3). Het wetsartikel is daarom per 1 juli 2022 aangepast en sindsdien wordt geen onderscheid gemaakt op basis van het land waar de student vandaan komt.

Tot 1 januari 2015 kende artikel 20 van het BUB 1999 (wettekst 2014) een leeftijdsgrens. Toen was iemand geen verzekerde als hij uitsluitend wegens studieredenen in Nederland woonde en jonger was dan 30 jaar. Was de student 30 jaar of ouder, dan was hij dus wel verzekerde en kon hij wel aanspraak maken op zorgtoeslag.

1.2.3 Voorbeelden

We geven enkele voorbeelden van situaties waarin het BUB 1999 een rol speelt in de beoordeling of iemand verzekeringsplichtige is.

Tip!  Voorbeelden
  1. Werk in Nederland voor de NAVO
    A woont in Nederland, maar heeft de Amerikaanse nationaliteit en heeft een zorgverzekering in Amerika. A werkt op de NAVO basis in Limburg (Brunssum) als burgerpersoneel. A vraagt zich af of hij recht zou hebben op zorgtoeslag als hij een Nederlandse zorgverzekering neemt.
    Antwoord: Nee, A komt niet in aanmerking voor zorgtoeslag. A is namelijk niet verzekeringsplichtig. A woont in Nederland en is daarmee als ingezetene in beginsel wel verzekeringsplichtig op grond van de Wlz (artikel 2.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wlz). Echter, het BUB 1999 sluit A uit van de kring van verzekerden. Iemand is namelijk niet verzekerd als hij in dienst is van een volkenrechtelijke organisatie en op hem de sociale zekerheidsregeling van die organisatie van toepassing is (artikel 14, eerste lid, van het BUB 1999). Het moet hierbij gaan om een volkenrechtelijke organisatie die is aangewezen door de Ministers van SZW, VWS en Buitenlandse Zaken (tweede lid). In de Regeling aanwijzing volkenrechtelijke organisaties in Nederland 2015 staan die aanwijzingen. Hierin staat ook het “Joint Force Command Brunssum” van de “North Atlantic Treaty Organization (NATO)” (oftewel NAVO) waar A werkt.
  2. Studie en stage in Nederland
    B woont in Nederland en heeft een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor het volgen van een studie. Tijdens die studie volgt B een stage en ontvangt daarvoor een inkomen. Is B verplicht zich in Nederland te verzekeren?
    Antwoord: Nee, B is niet verzekeringsplichtig. B woont in Nederland en is daarmee als ingezetene in beginsel wel verzekeringsplichtig op grond van de Wlz (artikel 2.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wlz). Echter, het BUB 1999 sluit B uit van de kring van verzekerden. Iemand is namelijk niet verzekerd als hij in Nederland verblijft op grond van een reguliere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd die is verleend voor studie (artikel 20, eerste lid, van het BUB 1999). Hierop geldt wel een uitzondering: als er in Nederland wordt gewerkt. Het werk van B valt niet onder die uitzondering. Dit werk wordt namelijk verricht in het kader van een verplichte stage ten behoeve van de studie. Daarmee is de beperking op de verzekeringsplicht van artikel 20 van het BUB 1999 op B van toepassing (zie ook ECLI:NL:RVS:2014:1140, rechtsoverweging 4.1).

1.3 Verordening (EG) 883/2004

De Verordening (EG) 883/2004 is van toepassing op mensen die met de sociale zekerheidsstelsels van meerdere EU-lidstaten te maken hebben (bijvoorbeeld door te wonen in één lidstaat en te werken in een andere lidstaat). De verordening geeft dan antwoord op de vraag in welke lidstaat zij verzekeringsplichtig zijn. Dit worden ook wel de aanwijsregels genoemd. De hoofdregel is het land waar iemand werkt (ook wel het werklandbeginsel genoemd), maar er kunnen in bepaalde situaties andere regels gelden. De aanwijsregels zijn niet zulke concrete uitbreidingen en beperkingen van de kring van verzekerden zoals in het BUB 1999. De uitkomst van de regels kan echter wel een afwijking zijn van de hoofdregels uit de Wlz. We lichten dit toe in paragraaf 1.3.2.1.1 van het hoofdstuk.

Een sociaal zekerheidsstelsel is overigens het geheel van maatregelen dat nodig is om de gevolgen te compenseren van bepaalde risico’s die mensen lopen bij hun functioneren in de maatschappij. Sociale zekerheid bestaat uit een breed stelsel van publieke voorzieningen. Het kan hierbij gaan om een financiële verstrekking (bijvoorbeeld een uitkering), maar ook om een verstrekking in natura (bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van een medisch hulpmiddel). Wanneer iemand, zoals gezegd, met de sociale zekerheidsstelsels van meerdere EU-landen te maken heeft, geeft de Verordening (EG) 883/2004 aan in welk land hij sociaal verzekerd is. Deze coördinatie is nodig zodat iemand niet in meerdere lidstaten sociaal verzekerd is. Of juist in geen enkele lidstaat sociaal verzekerd is. De EG-Verordening regelt daarom (in artikel 11, eerste lid):

  • dat iemand alleen in één lidstaat tegelijkertijd sociaal verzekerd kan zijn
  • en in welke lidstaat iemand sociaal verzekerd is wanneer de wetgeving van meerdere lidstaten van toepassing is (de aanwijsregels).

De Verordening (EG) 883/2004 is op twee categorieën van sociale zekerheid van toepassing:

Uitkeringen of prestaties voor wonen vallen overigens niet onder de Verordening (EG) 883/2004. Hierdoor geldt voor de huurtoeslag alleen de nationale wetgeving. In de wetgeving van Nederland is bepaald dat iemand in Nederland moet wonen om aanspraak op huurtoeslag te kunnen maken (zie paragraaf 1.6.5 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’).

We zetten hieronder de voornaamste aanwijsregels op een rijtje. Kijk voor een volledig overzicht in de verordening zelf. Als het ‘land van verzekeringsplicht’ Nederland is, dan kan men als verzekeringsplichtige in aanmerking komen voor zorgtoeslag (zolang ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan).

SituatieLand van verzekeringsplichtVerordening
Werken (in loondienst of anders) in andere lidstaat dan woonlandWerklandArtikel 11, derde lid, onderdeel a
AmbtenarenLand waaronder de overheidsdienst valtArtikel 11, derde lid, onderdeel b
Werkloosheidsuitkering van woonlandWoonlandArtikel 11, derde lid, onderdeel c
Opgeroepen voor militaire dienst in een lidstaatDie lidstaatArtikel 11, derde lid, onderdeel d
Als geen andere bepaling van toepassing isWoonlandArtikel 11, derde lid, onderdeel e
Werk op een zeeschipLand onder wiens vlag het schip vaart of woonland als het gaat om werk in loondienst voor een werkgever die ook in dat woonland gevestigd isArtikel 11, vierde lid
Werk in loondienst, detachering naar andere lidstaatWerkland van voor de detachering als de te verwachten duur van het werk in het andere land niet meer dan 24 maanden bedraagt en de uitzending niet is om iemand te vervangen. Anders werkland van detachering.Artikel 12, eerste lid
Werk (niet in loondienst) van gelijke aard in andere lidstaatOorspronkelijke werkland als de te verwachten duur van het werk in het andere land niet meer dan 24 maanden bedraagt. Anders nieuwe werkland.Artikel 12, tweede lid
Werk in loondienst in twee of meer lidstaten- Woonland als hier een substantieel deel van het werk verricht wordt of de verschillende werkgevers in verschillende lidstaten gevestigd zijn; of - land waar de werkgever is gevestigd waarvoor voornamelijk gewerkt wordt als er geen substantieel gedeelte van het werk verricht wordt in het woonland.Artikel 13, eerste lid
Werk niet in loondienst in twee of meer lidstaten- Woonland als hier een substantieel deel van het werk verricht wordt; of - het land waar zich het centrum van de belangen van de werkzaamheden bevindt.Artikel 13, tweede lid
Werk in loondienst en niet in loondienst in verschillende lidstatenWerkland loondienstArtikel 13, derde lid
Werk als ambtenaar in één lidstaat en ander werk in één of meer andere lidstatenLand waaronder de overheidsdienst van het ambtenarenwerk valtArtikel 13, vierde lid