Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

2 Afkortingen en begrippen

1.1 Afkortingen

We hebben het gebruik van afkortingen in het Handboek zoveel mogelijk beperkt tot afkortingen voor wetten, instanties en systemen. Dit zijn alle afkortingen die in het Handboek staan:

Afkortingen
AAAAlgemene Asielprocedure
AA+Verlengde Algemene Asielprocedure
AbbbAlgemeen beginsel van behoorlijk bestuur
ACMAutoriteit Consument en Markt
ADLAlgemene dagelijkse levensverrichtingen
AfdelingAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
AGAdvocaat-generaal
AKWAlgemene Kinderbijslagwet
ALO-kopAlleenstaande-ouderkop
AMVAlleenstaande minderjarige vluchteling
AMvBAlgemene maatregel van bestuur
ANRAutomatic Numberplate Recognition
AnwAlgemene nabestaandenwet
AOWAlgemene Ouderdomswet
AVGAlgemene verordening gegevensbescherming
AVIMAfdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel
AvvAlgemeen verbindend voorschrift
AWAangewezen woongebouw
AwbAlgemene wet bestuursrecht
AWBZAlgemene wet bijzondere ziektekosten
AwirAlgemene wet inkomensafhankelijke regelingen
AWRAlgemene wet inzake rijksbelastingen
BBAGBasisregistratie adressen en gebouwen
BBBBBesluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
BBBB/TBesluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen
BbTBesluit bestuursrecht Toeslagen
BBZBesluit bijstandverlening zelfstandigen
BEMBelegging Erfenis en andere gelden Minderjarigen
BESBonaire, Sint Eustatius en Saba
Besluit BRPBesluit basisregistratie personen
Besluit KOTBesluit kinderopvangtoeslag
Besluit registerBesluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang
BhtBesluit op de huurtoeslag
BIPBesluit in primo
BOBBeslissing op bezwaar
BpbBesluit proceskosten bestuursrecht
BRIBasisregistratie Inkomen
BRINBasisregistratie instellingen
BRPBasisregistratie Personen
BSNBurgerservicenummer
BtwBelasting over toegevoegde waarde
BUB 1999Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999
BVBesloten vennootschap
BvtBeginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
BWBurgerlijk Wetboek
BZKBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CCAKCentraal Administratie Kantoor (tot 2013, vanaf 2013 vormen de letters CAK een afkorting die op zichzelf staat)
CAPCentrale administratie processen
CBbCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
CBTCentrale Betalingsregeling Toeslagen
CIZCentrum Indicatiestelling Zorg
CJIBCentraal Justitieel Incassobureau
COACentrale Ontvangers Administratie
COACentraal Orgaan opvang asielzoekers
COVID-19Coronavirus disease 2019
CreboCentraal Register Beroepsopleidingen
CROHOCentraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
CRvBCentrale Raad van Beroep
DDACASDirect Access COA Archief Systeem
DASDigitaal Archief Systeem
DigiDDigitale Identiteit
DTDefinitieve toekenning
DUODienst Uitvoering Onderwijs
EEEGEuropese Economische Gemeenschap
EEREuropese Economische Ruimte
EGEuropese Gemeenschap
EHRMEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
EPHEenpersoonshuishouden
EPOHEenpersoonsouderenhuishouden
EUEuropese Unie
EVRMEuropees Verdrag voor de Rechten van de Mens (volledig: Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden)
FFIODFiscale inlichtingen- en opsporingsdienst
FLGFiscale Loon Gegevens
FpaForensisch psychiatrische afdeling
FpkForensisch psychiatrische kliniek
GGBAGemeentelijke basisadministratie
GGDGemeentelijke Gezondheidsdienst
GGZGeestelijke gezondheidszorg
GWGrondwet
HHASAHerhaalde Asielprocedure
HIPHulp- en informatiepunt
HRHoge Raad
HSOHandels- en Samenwerkingsovereenkomst
IIackInkomensafhankelijke combinatiekorting
IBInkomstenbelasting
IMGInstituut Mijnbouwschade Groningen
INDImmigratie- en Naturalisatiedienst
InspecteurInspecteur voor de inkomstenbelasting (‘Blauw’)
ISDInrichting stelselmatige daders
IWInvorderingswet 1990
J  
KKBBKlachtbehandeling voor Burgers en Bedrijven
KNMGKoninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
LLBTLokale Betalingsregeling
Leidraad InvorderingLeidraad Invordering 2008
LICLandelijk Incasso Centrum
LRKLandelijk Register Kinderopvang
LRKPLandelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen
MMACMassaal Automatisch Continueren
MH17Malaysia Airlines 17 (vluchtnummer)
MPHMeerpersoonshuishouden
MPOHMeerpersoonsouderenhuishouden
MPTModulair Pakket Thuis
mr.Meester in de rechten
MSNPMinnelijke schuldsanering voor natuurlijke personen
MvTMemorie van Toelichting
NNATONorth Atlantic Treaty Organization
NAVONoord-Atlantische Verdragsorganisatie
NINBINiet in Nederland belastbaar inkomen
NKVVerdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië inzake sociale zekerheid
NZaNederlandse Zorgautoriteit
OOCWOnderwijs, Cultuur en Wetenschap
O/GSOpzet / Grove schuld
OMOpenbaar Ministerie
PPGBPersoonsgebonden budget
PIJPlaatsing in een inrichting voor jeugdigen
PPCPenitentiair psychiatrisch centrum
Protocol AAFDProtocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane en toeslagen
PwParticipatiewet
Q  
RRbRechtbank
RebbRegeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst
Regeling WkoRegeling Wet kinderopvang
RvSRaad van State
RWNRijkswet op het Nederlanderschap
SSBBSamenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
SGHStichting (Gelijk)waardig Herstel
SMISociaal medische indicatie
SR&BStrategie, Recht en Beleid
Stichting VSSAStichting Vergoeding schade slachtoffers schietincident Alphen aan den Rijn
STPScholings- en trainingsprogramma
SVBSociale Verzekeringsbank
SZWSociale Zaken en Werkgelegenheid
TTATerugtrekkingsakkoord
TBSTerbeschikkingstelling
TDVToeslagendienstverlener
ToeslagenDe Dienst Toeslagen
TSPToeslagenservicepunt
TVSToeslagen Verstrekkingen Systeem
TWVTewerkstellingsvergunning
UUB AwirUitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
UHTUitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen
UR AwirUitvoeringsregeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
UR AWRUitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
UR IB 2001Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
UR IWUitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
UWVUitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VVAVerlengde Asielprocedure
VavoVoortgezet algemeen volwassenenonderwijs
Vb 2000Vreemdelingenbesluit 2000
VerzamelbesluitVerzamelbesluit Toeslagen
VKVerenigd Koninkrijk
VNVerenigde Naties
VOFVennootschap onder firma
VOWVertrokken Onbekend Waarheen
VPTVolledig Pakket Thuis
VROVolkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Vw 2000Vreemdelingenwet 2000
VWEUVerdrag betreffende de werking van de Europese Unie
VWSVolksgezondheid, Welzijn en Sport
WWajongWet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
WAOWet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
WAZWet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
WAZOWet arbeid en zorg
Wet BAGWet basisregistratie adressen en gebouwen
Wet BEUWet beperking export uitkeringen
Wet BRPWet basisregistratie personen
Wet IB 2001Wet inkomstenbelasting 2001
Wet IOAWWet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
Wet IOAZWet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Wet LB 1964Wet loonbelasting 1964
Wet SUWIWet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
WhtWet op de huurtoeslag
WIAWet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WkbWet op het kindgebonden budget
WkkpWet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
WkoWet kinderopvang
WlzWet langdurige zorg
Wmo 2015Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
WnsWet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten
WobWet openbaarheid van bestuur
WOOWet open overheid
WrbWet op de rechtsbijstand
WSFWet studiefinanciering 2000
WSNPWet schuldsanering natuurlijke personen
WTOSWet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
WWWerkloosheidswet
WWIKWet werk en inkomen kunstenaars
WztWet op de zorgtoeslag
X  
Y  
ZZINZorginstituut Nederland
ZvwZorgverzekeringswet
ZWZiektewet
ZWiCStichting Zorg na Werk in Coronazorg
ZZP-erZelfstandige zonder personeel

1.2 Begrippen

Hieronder staat een verzameling van begrippen die in het Handboek gebruikt worden. Dit is geen complete verzameling. We hebben met name gekozen voor begrippen die misschien vragen of verwarring kunnen oproepen. We lichten de betekenis van die begrippen toe. Sommige begrippen kunnen meerdere betekenissen hebben. Dan geven we hier de betekenis die geldt binnen het Handboek en die relevant is voor het werk bij Toeslagen. Wanneer mogelijk, verwijzen we naar een wetsartikel en/of onderdeel van het handboek waar een officiële definitie van het begrip, meer uitleg over het begrip en/of andere relevante informatie staat. Let op: dit zijn niet altijd alle wetsartikelen en handboek-onderdelen waar het begrip in staat, maar vooral verwijzingen die kunnen helpen om het begrip te begrijpen.

AZBegripBetekenis
AAangevallen uitspraakDe uitspraak van een rechtbank waartegen hoger beroep is ingesteld.
Aangifteplichtig
Iemand die wordt uitgenodigd tot het doen van aangifte IB of die niet wordt uitgenodigd, maar wel denkt dat hij belasting moet betalen.

Paragraaf 1.2.1 van het hoofdstuk ‘Inkomen’

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Aanvraag’
AanmaningEen schriftelijk stuk waarin wordt verzocht om iets alsnog te doen, nadat de termijn hiervoor is verstreken. Bijvoorbeeld om een openstaande rekening te betalen na de betaaltermijn of om alsnog aangifte IB te doen na de aangiftetermijn.
AannemelijkAannemelijk maken: voldoende onderbouwen. Lagere maatstaf dan bewijzen of aantonen.
Aanspraak makenStellen dat je ergens recht op hebt. Iemand kan ergens aanspraak op maken, maar hoeft er geen recht op te hebben. Voorbeeld: een huurder van een huurwoning kan aanspraak maken op huurtoeslag, maar heeft er geen recht op omdat zijn inkomen te hoog is.
Aanverwant
Bloedverwant van (ex-) echtgenoot of geregistreerd partner (zoals stiefkinderen en schoonouders). Voor de toeslagen uitgebreid naar ongehuwde (voormalige) toeslagpartners. Net als bij bloedverwantschap bestaan hierin verschillende graden. Zie ook: bloedverwant.

Paragraaf 1.5.1 van het hoofdstuk ‘Partner’

Paragraaf 1.2.1.2 van het hoofdstuk ‘Kind’
Aanvraag
Een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen.

Artikel 1:3, derde lid, van de Awb

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Aanvraag’
AanvragerDegene die een aanvraag indient.

Artikel 4:2, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Aanvrager’
AdministratieplichtigeIemand die verplicht is zijn administratie bij te houden (onder andere zelfstandigen en eigenaren van bedrijven).

Artikel 52 van de AWR
AdresonderzoekEen onderzoek door de gemeente om te bepalen waar iemand feitelijk woont.

Paragraaf 1.4.4 van het hoofdstuk ‘BRP’
AfdelingAfkorting voor de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: hoogste bestuursrechter voor juridische geschillen op het gebied van het algemene bestuursrecht, de instantie waarbij hoger beroep wordt ingesteld in zaken over de toeslagen.
AfdoeningsbriefDe schriftelijke kennisgeving waarmee een (formele) klachtbehandeling wordt afgesloten. Het bestuursorgaan informeert de klager daarin gemotiveerd over de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, het oordeel daarover en de eventuele conclusies die het bestuursorgaan daaraan verbindt.

Artikel 9:12 van de Awb

Paragraaf 1.6.6 van het hoofdstuk ‘Klacht’
Afgeleid verblijfsrechtRecht om als vreemdeling in een land te verblijven dat is afgeleid van het verblijfsrecht van een ander (gezins- of familielid).

Paragraaf 1.4.1.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
AfkoopsomHet in één keer betalen van een langdurige geldelijke verplichting, die daarna ophoudt te bestaan. Bijvoorbeeld afkoopsom pensioen, waarbij het hele bedrag (of een deel ervan) in één keer wordt uitbetaald in plaats van in maandelijkse betalingen.
AftoppingsgrensEen bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een huishouden van 1 of 2 personen en een huishouden van 3 of meer personen. Het gedeelte van de rekenhuur tussen de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens wordt voor 65% vergoed met huurtoeslag. Zie ook: kwaliteitskortingsgrens en rekenhuur.

Artikel 20, tweede lid, van de Wht

Paragraaf 1.12.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Algemeen belangBelang van de hele bevolking; dat wat voor het welzijn van het volk in zijn geheel nuttig, gewenst of nodig is. Bijvoorbeeld een correcte betaling van toeslagen, omdat dit betaald wordt van gemeenschapsgeld (belastinggeld).
Algemeen verbindend voorschriftEen rechtsregel; een algemeen verbindende rechtsnorm. Geldt voor iedereen, niet alleen één persoon, groep, instantie of bedrijf. Iedereen moet zich eraan houden. Wordt ook wel een wet in materiële zin genoemd. Zie ook: ministeriële regeling.
Algemene maatregel van bestuurEen besluit van de regering, waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt. De algemene maatregel van bestuur (AMvB) kan nader uitgewerkt worden in een ministeriële regeling. Voorbeeld: het UB Awir is een AMvB waarin de Awir nader wordt uitgewerkt; het UB Awir wordt verder uitgewerkt in de UR Awir (een ministeriële regeling). Zie ook: ministeriële regeling.
Alleenstaande ouderVoor het kindgebonden budget: een aanvrager zonder partner.

Paragraaf 1.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
All-in huurprijsEén totaalbedrag voor de kale huurprijs en andere kosten.

Paragraaf 1.9.3 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
AmbtshalveUit zichzelf, zonder verzoek.
Ambtshalve besluitEen besluit dat een bestuursorgaan uit zichzelf neemt, zonder verzoek daartoe van de belanghebbende. In tegenstelling tot een besluit op aanvraag of verzoek.

Paragraaf 1.5.5.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
AppellantDegene die hoger beroep heeft ingesteld.
ArbeidseisVoor de kinderopvangtoeslag: de ouder en partner moet werken, studeren, re-integreren en/of een verplichte inburgeringscursus volgen om recht te hebben op kinderopvangtoeslag.

Paragraaf 1.6 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
AsielDe bescherming van vluchtelingen. Iemand heeft recht op asiel als hij of zij vluchteling is. Zie ook: vluchteling.

Paragraaf 1.5.2.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
Au pairIemand die tijdelijk bij een gezin inwoont en helpt bij de verzorging van kinderen en het huishouden.
B BasishuurEen deel van de rekenhuur dat de huurder zelf moet betalen; hierover wordt geen huurtoeslag verleend. De basishuur is de normhuur plus een bedrag dat daarbij opgeteld wordt (ook wel taakstellingsbedrag genoemd). Zie ook: normhuur, taalstellingsbedrag en rekenhuur.

Artikel 16 van de Wht

Paragraaf 1.9.6 en 1.12.2 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Basisregistratie
Een registratie van gegevens die door alle overheidsinstellingen verplicht en zonder nader onderzoek gebruikt wordt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Voorbeelden: de BRP en BRI.

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘BRP’

Paragraaf 1.3 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
BehandelplichtPlicht tot behoorlijke behandeling van klachten, tenzij een uitzondering opgaat.

Artikel 9:2 van de Awb

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Klacht’
BehoorlijkheidsnormenVormen de basis van behoorlijk overheidshandelen. Het toetsingskader voor de beoordeling van een klacht.

Paragraaf 1.8 van het hoofdstuk ‘Klacht’
Behoren tot huishouden van beide oudersAls het kind binnen het kalenderjaar in nagenoeg gelijke mate in elk van beide huishoudens verblijft. Hieraan wordt in ieder geval voldaan wanneer het kind 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft (of bij een kortere periode, een tijdsevenredig aantal dagen).

Artikel 4, tweede lid, van de Awir

Paragraaf 1.2.3.1 van het hoofdstuk ‘Kind’
BelanghebbendeDegene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In de Awir wordt met ‘belanghebbende’ de aanvrager bedoeld.

Artikel 1:2, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
Belastbaar loonHet gezamenlijke bedrag aan loon.

Artikel 9, tweede lid, van de Wet LB 1964

Paragraaf 1.2.1.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Belastbare inkomen uit sparen en beleggenHet voordeel uit sparen en beleggen verminderd met de persoonsgebonden aftrek. Inkomen dat uit vermogen wordt gehaald.

Artikel 5.1 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.3 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
BelastingconsulentIemand die bedrijven en particulieren adviseert over hoe ze met belastingvraagstukken om kunnen gaan.
BelastinginspecteurInspecteur voor de inkomstenbelasting. Ook wel: inspecteur.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
BeleidsbesluitDe schriftelijke vastlegging van beleidsregels.
BeleidsregelEen bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

Artikel 1:3, vierde lid, van de Awb

Paragraaf 1.4.3 van het hoofdstuk ‘Awir’
BeleidsruimteDe vrijheid van een bestuursorgaan om al dan niet van een bevoegdheid gebruik te maken. Ook wel: discretionaire ruimte/bevoegdheid. Deze ruimte is er alleen als dit blijkt uit de wettekst (bijvoorbeeld door het woord ‘kan’), niet bij dwingend recht. Beleidsruimte is anders dan beoordelingsruimte, waarvan sprake is als het bestuursorgaan bij het nemen van een besluit vrij is om te beoordelen of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

Paragraaf 1.6.2.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
BEM-clausuleEen bankrekening met een BEM-clausule is een geblokkeerde bankrekening op naam van een kind jonger dan 18 jaar. De wettelijke vertegenwoordiger van het kind kan alleen met toestemming van de kantonrechter geld hiervan opnemen. De BEM-clausule eindigt automatisch als het kind 18 jaar oud wordt. Het kind wordt dan eigenaar van het geld.

Paragraaf 1.4.2.2.2 van het hoofdstuk ‘Vermogen
BenadeeldeTerm die het Burgerlijk Wetboek gebruikt voor degene die om een schadevergoeding vraagt.
BerekeningsjaarHet kalenderjaar waarop de toeslag betrekking heeft.

Artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Awir
BeroepVerzoek aan een rechter om de beslissing op bezwaar te beoordelen.

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
BeroepschriftHet schriftelijke of digitale stuk waarmee beroep wordt ingediend.

Artikel 6:4, derde lid, van de Awb

Paragraaf 1.2.1 en 1.2.2.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
BeroepstermijnTermijn waarbinnen belanghebbende beroep moet instellen.

Artikel 6:7 van de Awb

Paragraaf 1.2.2.3 van het hoofdstuk ‘Beroep’
BeschikkingEen besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.

Artikel 1:3, tweede lid, van de Awb

Paragraaf 1.5.1.1.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Beschikking tot vaststelling Beschikking waarin de hoogte van het voorschot of definitieve toeslag vastgesteld wordt. De beschikking tot toekenning van de tegemoetkoming, tot herziening van de tegemoetkoming of tot herziening van een voorschot. Ook wel: vaststellingsbeschikking.

Artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Awir
Beschikking tot terugvorderingBeschikking tot vaststelling van het bedrag dat wordt teruggevorderd. Ook wel: terugvorderingsbeschikking.

Artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Awir

Bijlage 1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Beslag / beslagleggingMet een beslag kan iemand de beschikking krijgen over de bezittingen of het geld van een ander die een schuld bij hem heeft. Beslagleggen kan alleen met een uitspraak van een rechter (executoriaal beslag) of met toestemming van een rechter. Die toestemming kan worden verkregen door het indienen van een verzoekschrift bij een voorzieningenrechter (conservatoir beslag).

Paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘Awir’
BeslagverbodIets waarvoor een beslagverbod geldt is niet vatbaar voor beslag. Dit geldt voor toeslagen, op een aantal uitzonderingen na.

Artikel 45 van de Awir

Paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘Awir’
Beslagvrije voetHet deel van iemands inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd. Oftewel het minimumbedrag dat moet overblijven om van te leven. Er moet niet zoveel worden teruggevorderd waardoor iemand minder dat dit bedrag overhoudt. De hoogte van de beslagvrije voet verschilt per burger en diens omstandigheden.

Paragraaf 1.6.1 van het hoofdstuk ‘Invordering’
BeslissingEen wilsverklaring; een vaststelling, oordeel en/of uitspraak over wat er moet gebeuren.

Paragraaf 1.5.1.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Beslissing op bezwaarBeslissing van het bestuursorgaan over het bezwaar van de belanghebbende.

Paragraaf 1.4.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
BeslistermijnTermijn waarbinnen een bestuursorgaan moet beslissen. Voor verschillende soorten beslissingen kunnen verschillende beslistermijnen gelden.
Besloten vennootschapEen rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. De bestuurders zijn hierdoor in principe niet aansprakelijk met hun privévermogen voor eventuele schulden van de BV. Een BV kan door één persoon of meerderen opgericht worden. Het vermogen/kapitaal van een BV is verdeeld in aandelen. In het aandeelhoudersregister van de BV staat welke personen voor hoeveel aandelen in het kapitaal van de BV deelnemen.
BesluitEen schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

Artikel 1:3, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.5.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Besluit in primoHet oorspronkelijke besluit (een eerste of herzien besluit). Ook wel: primair besluit.

Paragraaf 1.5.1.1.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
Besluit niet van algemene strekkingEen besluit dat gericht is op een individueel persoon of op een concreet aangeduide zaak. Een beschikking.

Artikel 1:3, tweede lid, van de Awb

Paragraaf 1.5.1.1.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Besluit op aanvraagBesluit waar iemand om heeft verzocht. Hiertegenover: ambtshalve besluit.

Paragraaf 1.5.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
Besluit van algemene strekkingEen besluit dat niet is gericht op een individu of concreet geval, maar met gevolgen voor een groep of meerdere gevallen.

Paragraaf 1.5.1.1.2 van het hoofdstuk ‘Awb’
Bestraffende sanctie
Een bestuurlijke sanctie als het doel daarvan is om de overtreder leed toe te voegen.

Artikel 5:2, eerste lid, onderdeel c, van de Awb

Paragraaf 1.8 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
Bestreden besluitEen besluit waartegen bezwaar of beroep is ingesteld.

Paragraaf 1.5.1.1.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
Bestuurlijke boeteDe bestraffende sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom opgelegd door een bestuursorgaan.

Artikel 5:40, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
Bestuurlijke lusEen hulpmiddel dat bestuursrechters hebben voor het definitief beslechten van geschillen. Dit is bedoeld voor het herstel van gebreken in een besluit gedurende de beroepsprocedure. De rechter geeft het bestuursorgaan de gelegenheid om een geconstateerde fout in het besluit te herstellen. De beroepsprocedure gaat daarna verder over het herstelde besluit. Zie ook: definitieve geschilbeslechting.

Afdeling 8.2.2a van de Awb

Paragraaf 1.4.4 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Bestuurlijke sanctieEen verplichting die een bestuursorgaan oplegt of aanspraak die een bestuursorgaan onthoudt als gevolg van een overtreding.

Artikel 5:2, eerste lid, onderdeel a, van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
BestuursorgaanEen orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.

Artikel 1:1, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.5.1.2 van het hoofdstuk ‘Awb’
BestuursprocesrechtDeel van bestuursrecht dat regelt hoe besluiten van bestuursorganen tot stand moeten komen en hoe besluiten aangevochten kunnen worden. Ook wel: formeel bestuursrecht.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
BestuursrechtGeeft regels hoe bestuursorganen en burgers zich richting elkaar moeten gedragen. Het bestuursrecht regelt de rechtsverhouding tussen de overheid en burgers.

Paragraaf 1.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Bestuursrechtelijke aansprakelijkheidVoor schadevergoeding: bij schade als gevolg van het niet tijdig nemen van een besluit of een onrechtmatig besluit is het bestuursorgaan bestuursrechtelijk aansprakelijk. Dit betekent onder andere dat de benadeelde naar de bestuursrechter kan om dat aan te tonen.

Paragraaf 1.3 en 1.5 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
BestuursrechterRechter die zich bezighoudt met het bestuursrecht.

Paragraaf 1.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Beroep’
BetalingscapaciteitHetgeen iemand maximaal kan betalen, rekening houdend met inkomen en vaste maandelijkse kosten. Zie ook: persoonlijke betalingsregeling.

Artikel 13 van de UR IW

Paragraaf 1.5.1.2.1 van het hoofdstuk ‘Invordering’
BewijslastVerplichting tot het leveren van bewijs en wie dit bewijs moet leveren.
BewijsnoodIets niet (meer) kunnen bewijzen.
BewijswaarderingDe waarde die aan een bewijsstuk gehecht wordt.
BewindvoerderEr bestaan twee soorten bewindvoerders. Een bewindvoerder ter bescherming van meerderjarigen (ook wel beschermingsbewind, zie titel 19 van boek 1 van het BW) en een bewindvoerder die wordt aangesteld op grond van de WSNP (bij faillissement). De bewindvoerder bij beschermingsbewind beheert onder andere de goederen van degene die onder bewind staat. De persoon onder bewind kan alleen na toestemming van de bewindvoerder over zijn goederen beschikken. De bewindvoerder regelt ook geldzaken en doet de administratie. De WSNP-bewindvoerder doet niet de administratie en regelt geen geldzaken. Deze bewindvoerder moet er op toezien dat er door de betrokkene zoveel mogelijk geld wordt verdiend gedurende de WSNP periode, zodat schuldeisers zoveel mogelijk van hun vordering betaald zien. De bewindvoerder ziet er op toe dat de betrokkene de verplichtingen uit de WSNP nakomt.
Bezwaar
Verzoek aan een bestuursorgaan om een primair besluit te heroverwegen.

Paragraaf 1.7 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
BezwaarclausuleUitleg over hoe er bezwaar gemaakt kan worden tegen de beslissing. Ook wel: rechtsmiddelenclausule.

Artikel 3:45 van de Awb

Paragraaf 1.5.7 van het hoofdstuk ‘Awb’
BezwaarprocedureWettelijke mogelijkheid voor een belanghebbende om een bestuursorgaan te vragen een eerder besluit nog een keer te bekijken. Zie ook: belanghebbende.

Hoofdstuk ‘Bezwaar’
BezwaarschriftHet schriftelijke stuk waarmee bezwaar wordt gemaakt.

Artikel 6:4, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
BezwaartermijnTermijn waarbinnen een belanghebbende bezwaar moet indienen.

Artikel 6:7 van de Awb

Paragraaf 1.2.4 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
BijstandEen uitkering voor mensen die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en die niet in aanmerking komen voor een andere uitkering.
Bijzondere gevallenDit begrip wordt in dit Handboek gebruikt voor twee situaties waarbij iemand voor de huurtoeslag buiten beschouwing kan blijven: bij verblijf van langer dan een jaar in een verpleeghuis, psychiatrische of penitentiaire inrichting en bij een verzorgingsbehoefte. Deze persoon telt dan niet mee in het huishoudtype en zijn/haar inkomen telt niet mee in de berekening van de huurtoeslag.

Artikel 2 en 2a van het Bht

Paragraaf 1.11 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Bijzonder inkomenOnderdeel van het inkomen (inkomensbestanddeel) dat op verzoek buiten beschouwing blijft voor de huurtoeslag. Alleen de bestanddelen die in de wet staan, kunnen buiten beschouwing blijven.

Artikel 2b, eerste lid, van het Bht

Paragraaf 1.4.4 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Bijzonder vermogen Onderdeel van het vermogen (vermogensbestanddeel) dat op verzoek buiten beschouwing blijft als er dan wel recht bestaat op toeslag. Alleen de bestanddelen die in de wet staan, kunnen buiten beschouwing blijven.

Artikel 47 van de Awir

Artikel 9 van de UR Awir

Paragraaf 1.4.2 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
BinnenschipperIemand die voor zijn beroep vaart op de binnenwateren (rivieren, kanalen en meren).

Paragraaf 1.2.3.2 van het hoofdstuk ‘Kind’
BloedverwantMensen die van elkaar afstammen (rechte lijn) of een gemeenschappelijke voorouder hebben (zijlijn). Bloedverwantschap ontstaat door geboorte, erkenning, gerechtelijke vaststelling van het ouderschap en adoptie.

Artikel 1:3 van het BW

Paragraaf 1.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Kind’
Bloedverwant in eerste graadOuder en kind.

Artikel 1:3 van het BW

Paragraaf 1.5.1 van het hoofdstuk ‘Partner’
Bloedverwant in tweede graad in zijlijnBroer en zus.
Bloedverwant in rechte lijnOuder, grootouder, overgrootouder, etc. en kind, kleinkind, achterkleinkind, etc. Binnen de rechte lijn, bestaat een opgaande en neergaande lijn. De neergaande lijn zijn de nakomelingen, de opgaande lijn zijn de voorouders.

Paragraaf 1.2.1.1 en 1.2.1.3 van het hoofdstuk ‘Kind’
BoetebeschikkingEen beschikking waarmee een bestuurlijke boete opgelegd wordt.

Artikel 5:9 en 5:52 van de Awb

Paragraaf 1.5.5 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
Box 1 inkomenInkomen uit werk en woning: het gezamenlijk gedrag van verschillende soorten inkomen (zoals loon, uitkering, pensioen en winst) verminderd met eventuele aftrekposten en uitgaven.

Artikel 3.1, tweede lid, van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.1 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Box 2 inkomenInkomen uit aanmerkelijk belang: het gezamenlijk bedrag van de voordelen uit de aandelen/winstbewijzen, verminderd met de aftrekbare kosten + de voordelen bij de verkoop van (een gedeelte van) de aandelen/winstbewijzen verminderd met de persoonsgebonden aftrek.

Artikel 4.12 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Box 3 inkomenBelastbare inkomen uit sparen en beleggen: het voordeel uit sparen en beleggen verminderd met de persoonsgebonden aftrek. Inkomen dat uit vermogen wordt gehaald.

Artikel 5.1 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.3 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
BrexitHet vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU in februari 2020.

Bijlage 2 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
BriefadresAdres van een andere persoon of van een instelling (de briefadresgever). Met dat adres is iemand zonder woonadres bereikbaar voor onder andere de overheid. Een briefadres is geen postbus en kan alleen een adres in Nederland zijn. Dit is anders dan een postadres, welke alleen bedoeld is om post naar te sturen of op te ontvangen. Een postadres is niet geschikt voor inschrijving in de BRP, een briefadres wel.

Paragraaf 1.2.3.4 van het hoofdstuk ‘BRP’
Buitenschoolse opvangKinderopvang verzorgd door een kindercentrum voor kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan, waarbij opvang wordt geboden voor of na de dagelijkse schooltijd en gedurende vrije dagen of middagen en in schoolvakanties. Zie ook: kinderopvang.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.3.2 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
Burgerlijke rechterRechter die zich bezighoudt met het privaatrecht. Ook wel: civiele rechter.

Paragraaf 1.5.1.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
CCausale relatieHet één heeft direct tot het ander geleid. Voor schadevergoeding: de onrechtmatige daad moet direct tot de schade hebben geleid.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
Cautie Mededeling dat men niet verplicht is tot het beantwoorden van vragen. Zie ook: zwijgrecht.

Artikel 5:10a van de Awb

Paragraaf 1.3.5.3 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.5.4 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
Civiele rechterRechter die zich bezighoudt met het privaatrecht. Ook wel: burgerlijke rechter.

Paragraaf 1.5.1.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
Civielrechtelijke aansprakelijkheidVoor schadevergoeding: bij een onrechtmatige daad die uit feitelijk handelen bestaat is het bestuursorgaan civielrechtelijk aansprakelijk tegenover de benadeelde. Dit betekent onder andere dat de civiele rechter (niet de bestuursrechter) bevoegd is om te oordelen over juridische geschillen hieromtrent.

Paragraaf 1.3 en 1.5 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
CodificatieRecht dat is opgeschreven en door de overheid geldig is verklaard. Dit kan door het maken van een nieuwe wet of het wijzigen van een bestaande wet. In de nieuwe of gewijzigde wet kunnen nieuwe regels worden vastgelegd of regels die al bestonden in de jurisprudentie en/of ongeschreven recht.
Commerciële relatieZakelijke relatie.
Conditio sine qua nonHet één is een absolute voorwaarde voor het ontstaan van het ander. Voor schadevergoeding: de schade zou niet zijn opgestreden zonder de onrechtmatige daad. Onderdeel van de causale relatie.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
ContactambtenaarEen ambtenaar van Toeslagen die is aangewezen voor het onderhouden van contact met het OM.

Artikel 44a van de Awir

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
Continentaal platHet gedeelte van een continent dat aan de kust grenst en onder water ligt. Het Nederlands continentaal plat is een deel van de zeebodem dat onder de Noordzee ligt en waarover Nederland rechten heeft.
ContinuerenHet automatisch doorlopen van een toeslagaanvraag naar volgende jaren.

Artikel 15, vijfde lid, van de Awir

Paragraaf 1.7 van het hoofdstuk ‘Aanvraag’
ConvenantEen overeenkomst van de overheid met één of meer partijen waarin afspraken worden vastgelegd.
Co-ouderschapOuders die niet in een relatie zijn, maar wel gezamenlijk voor hun kinderen zorgen. De kinderen verblijven afwisselend bij beide ouders, de kosten worden door beide ouders gedeeld en de ouders maken gezamenlijke belangrijke keuzes voor de kinderen. De gezamenlijke zorg hoeft niet gelijk verdeeld (50/50) te zijn. Co-ouderschap is niet hetzelfde als het behoren tot twee huishoudens.

Paragraaf 1.2.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Kind’
CurateleCuratele is voor een meerderjarige die zijn financiële en persoonlijke zaken niet zelf kan regelen. Iemand die onder curatele staat is handelingsonbekwaam (tenzij hij onder curatele is gesteld vanwege faillissement). Dat betekent dat die persoon niet meer zelfstandig rechtshandelingen mag verrichten (bijvoorbeeld het huren of kopen van een huis). De curator neemt de beslissingen over financiële zaken. Zie ook: curator, handelingsonbekwaam en rechtshandeling.

Titel 16 van Boek 1 van het BW
CuratorDe wettelijke vertegenwoordiger van iemand die onder curatele staat. Iemand die failliet is verklaard heeft ook een curator. Iemand die failliet is verklaard blijft wel handelingsbekwaam maar is niet meer beschikkingsbevoegd. Zie ook: curatele, faillissement en handelingsonbekwaam.
D DagopvangKinderopvang verzorgd door een kindercentrum voor kinderen tot de leeftijd waarop zij basisonderwijs volgen. Zie ook: kinderopvang.

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit KOT

Paragraaf 1.5.3.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
Definitieve geschilbeslechtingEen rechter beslecht het geschil zoveel mogelijk definitief; zorgt ervoor dat de belanghebbende weet waar hij aan toe is na afloop van de beroepsprocedure.

Artikel 8:41a van de Awb

Paragraaf 1.4.4 van het hoofdstuk ‘Beroep’
DerdeGeen belanghebbende; geen partij bij het geschil.
Derde belanghebbendeEen persoon aan wie het besluit niet gericht is, maar die er wel rechtstreeks door geraakt wordt.
Derde landStaat die niet bij een bepaalde organisatie hoort, zoals de EU. In dit handboek: een niet-EU/EER-land. Zie ook: lidstaat.
DerdelanderPersoon met een andere nationaliteit dan die van één van de lidstaten van de EU, EER of Zwitserland.
Derdelander (Oekraïne)In de context van Oekraïense ontheemden: een niet-Oekraïner die op het moment dat de oorlog in Oekraïne uitbrak in Oekraïne verbleef met een Oekraïense verblijfsvergunning en door de oorlog gevlucht is.
Deurwaarder / gerechtsdeurwaarderEen ambtenaar met een wettelijke bevoegdheid om betaling af te dwingen en ervoor te zorgen dat schuldeisers het geld krijgen waar zij volgens de rechter recht op hebben.
DictumEen juridische term voor het gedeelte van de beslissing waarin de uitspraak/beslissing staat.

Artikel 8:70 van de Awb

Paragraaf 1.4.2.4 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
Dienstverleners HelpdeskOnderdeel van de BelastingTelefoon waar toeslagendienstverleners terecht kunnen met vragen over toeslagen.

Paragraaf 1.3.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Awir’
DienstwoningEen woning via een arbeidsovereenkomst. De werkgever wijst de werknemer in de arbeidsovereenkomst een bepaalde woning toe om te bewonen.

Paragraaf 1.4.8 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Directe werkingVan een wetswijziging: de wetswijziging geldt voor alle toeslagen die op het moment van de wijziging nog niet onherroepelijk vaststaan. Zie ook: onherroepelijk.

Paragraaf 1.4.3 van het hoofdstuk ‘Inleiding en leeswijzer’
DisclaimerUitlating of tekst waarmee aansprakelijkheid wordt beperkt. Ook wel: voorbehoud.

Paragraaf 1.6.6.1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
Discretionaire ruimteDe vrijheid van een bestuursorgaan om al dan niet van een bevoegdheid gebruik te maken. Ook wel: discretionaire bevoegdheid of beleidsruimte. Deze ruimte is er alleen als dit blijkt uit de wettekst (bijvoorbeeld door het woord ‘kan’), niet bij dwingend recht. Beleidsruimte is anders dan beoordelingsruimte, waarvan sprake is als het bestuursorgaan bij het nemen van een besluit vrij is om te beoordelen of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

Paragraaf 1.6.2.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Discriminatieverbod (EVRM)Verbod van enig onderscheid op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.

Artikel 14 van het EVRM
Discriminatieverbod (Grondwet)Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Artikel 1 van de GW
DoelgroeperVoor de kinderopvangtoeslag: iemand die geen arbeid verricht, maar een re-integratietraject volgt, studeert of een verplichte inburgeringscursus volgt.

Paragraaf 1.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
Doelmatigheidsgrens Een bedrag waaronder bijvoorbeeld niet wordt uitbetaald of teruggevorderd. Het gaat dan om een dusdanig laag bedrag dat de uitbetaling/terugvordering niet doelmatig wordt gevonden, omdat de kosten om dat te doen in verhouding (veel) hoger zijn.

Artikel 14, vijfde lid en artikel 26a, eerste lid, van de Awir

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Definitieve toekenning’

Paragraaf 1.4.3 van het hoofdstuk ‘Terugvordering’
DoorkoppelingsbeginselEen aanvrager heeft geen recht op toeslagen als hij een partner en/of meerderjarige medebewoner heeft die een vreemdeling is en zonder rechtmatig verblijf in Nederland verblijft. Zie ook: koppelingsbeginsel.

Artikel 9, tweede en derde lid, van de Awir

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
DoorverhuurEen huurder (doorverhuurder) verhuurt zijn hele huurwoning aan een ander. Anders dan onderhuur, wat de huur van een deel van een woning is.

Paragraaf 1.4.3 en 1.7.3.2 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Doorzendplicht De verplichting om een geschrift, bezwaar of beroep naar het juiste bestuursorgaan of rechtbank door te sturen.

Artikel 2:3 en artikel 6:15 van de Awb

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.1.3 van het hoofdstuk ‘Beroep’
DraagkrachtInkomen en eventueel vermogen.

Artikel 7 van de Awir
Drempelinkomen
Een bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld op basis van het minimumloon van de maand januari van het desbetreffende jaar. Dat bedrag wordt maal 12 gedaan en maal 108%. Het drempelinkomen wordt gebruikt in de berekening van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wzt

Artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wkb

Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
DwangbevelEen bevel van de overheid om een openstaand bedrag te betalen.

Artikel 32, tweede lid, van de Awir

Paragraaf 1.7.3 van het hoofdstuk ‘Invordering’
Dwangsom Het bedrag dat betaald moet worden als niet aan een verplichting wordt voldaan.

Paragraaf 1.5.3.4.1 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.5.2 van het hoofdstuk ‘Dwangsom’
DwangsomregelingRegeling in de Awb waarmee belanghebbenden een aanvullend middel hebben om een bestuursorgaan te bewegen een besluit te nemen wanneer dit nog niet is gebeurd binnen de wettelijke beslistermijn.

Paragraaf 4.1.3.2 van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Dwangsom’
Dwingend rechtWettelijke bepalingen waarvan het bestuursorgaan niet mag afwijken. Zonder discretionaire ruimte. De wet schrijft precies voor in welke gevallen en onder welke voorwaarden recht bestaat en op welke hoogte dit recht moet worden verleend. Zie ook: discretionaire ruimte.

Paragraaf 1.6.2.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
E EchtscheidingsbeschikkingEen schriftelijke uitspraak van de rechter, waarin toestemming wordt gegeven om van elkaar te scheiden. Na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking bij de gemeente is men voor de wet gescheiden.

Artikel 1:163, eerste lid, van het BW

Paragraaf 1.9.1.1 van het hoofdstuk ‘Partner’
Economisch eigendomVan een woning: als iemand het woongenot heeft, de kosten en lasten betaalt en belang heeft bij de waardeontwikkeling, maar de woning (nog) niet via de notaris aan deze persoon is overgedragen. Alleen dan is ook sprake van juridisch eigendom.

Paragraaf 1.3.6 van het hoofdstuk ‘Partner’
Eenieder verbindende bepalingEen bepaling in een verdrag die rechtstreekse werking heeft binnen de Nederlandse rechtsorde. Meestal bepaalt een rechter of een bepaalde verdragsbepaling rechtstreekse werking heeft. Als een Nederlandse wettelijke bepaling in strijd is met een eenieder verbindende verdragsbepaling, gaat de verdragsbepaling voor.

Artikel 94 van de Grondwet

Paragraaf 1.3.2.2 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
EenpersoonshuishoudenEén van de 4 huishoudtypen voor de huurtoeslag. Een huishouden met alleen de huurder die op 1 januari van het berekeningsjaar jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd.

Artikel 2 van de Wht

Paragraaf 1.7.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
EenpersoonsouderenhuishoudenEén van de 4 huishoudtypen voor de huurtoeslag. Een huishouden met alleen de huurder die op 1 januari van het berekeningsjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Artikel 2 van de Wht

Paragraaf 1.7.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Eigen bijdrageVoor de kinderopvangtoeslag: een gedeelte van de opvangkosten dat door de ouder zelf gedragen wordt. De kinderopvangtoeslag vergoedt nooit 100% van de opvangkosten.

Paragraaf 1.8.4.2 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
EigendomsrechtRecht op ongestoord genot van eigendom.

Artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM

Paragraaf 1.3.2.7 van het hoofdstuk ‘Herziening’
Erfgenaam / ervenDegene(n) aan wie een erfenis wordt nagelaten. Een erfenis (nalatenschap) is het totaal aan bezittingen en schulden dat iemand na zijn overlijden nalaat.
EU-burgerIemand met de nationaliteit van een EU-land, EER-land of Zwitserland. Ook wel: gemeenschapsonderdaan.

Paragraaf 1.4.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
EU-rechtAlle wet- en regelgeving (verdragen, verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen) van de Europese Unie. Ook wel: unierecht of gemeenschapsrecht.
EvenredigIn gelijke verhouding. Als iets in verhouding redelijk is.

Paragraaf 1.6.2 van het hoofdstuk ‘Awb’
Ex-nunc beoordelingBeoordeling op grond van de feiten, omstandigheden en wetgeving zoals die gelden op het moment van de beoordeling. Hiertegenover staat ex-tunc waarbij de beoordeling plaatsvindt op basis van de feiten, omstandigheden en wetgeving van eerder (bijvoorbeeld op het moment van een eerder besluit waartegen bezwaar is gemaakt).
Extramurale detentieEen vorm van vrijheidsbeperking waarbij gestraften buiten de muren van een gevangenis verblijven. Er is een elektronische vorm van toezicht (een enkelband). Ook wel: elektronische detentie.

Paragraaf 1.3.4 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
FFaciliteitUitzondering die alleen op verzoek van de belanghebbende toegepast kan worden.

Paragraaf 1.3.3.5.4 van het hoofdstuk ‘Herziening’
FaillissementHet algemene beslag op het vermogen en de inkomsten van een bedrijf of persoon, wanneer deze niet in staat is om zijn financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgesproken door een rechter. Betrokkene is door het faillissement niet meer beschikkingsbevoegd. Er mag dan niet meer zelf beslist worden over het geld en de bezittingen. De rechter benoemt daarvoor een curator. De curator probeert de schulden af te lossen met de inkomsten en de verkoop van de bezittingen.
Fiscaal gegevenInkomensgegeven, NINBI en rendementsgrondslag (vermogen).

Paragraaf 1.3.1.3 van het hoofdstuk ‘Herziening’
Fiscaal partner(schap) Partner(schap) in de zin van de Wet IB 2001 en AWR.

Artikel 1.2 van de Wet IB 2001

Artikel 5a van de AWR

Paragraaf 1.3.9 van het hoofdstuk ‘Partner’
Fiscale wetgeving / fiscaal rechtHet geheel aan regels over de heffing en de invordering van belastingen. Ook wel: belastingrecht.
ForfaitairNiet op basis van de werkelijke situatie, maar op basis van een (vaak vooraf) veronderstelde situatie. Bijvoorbeeld een vast vergoedingsbedrag voor bepaalde kosten, dat niet gebaseerd is op de werkelijk gemaakte kosten.
Formeel rechtGeeft regels hoe een bepaald proces gevolgd dient te worden. Ook wel: procesrecht.
Formele rechtskrachtEen besluit heeft formele rechtskracht wanneer het niet meer ter discussie gesteld kan worden. Er kan geen tijdig bezwaar of (hoger) beroep meer ingesteld worden of alle rechtsmiddelen zijn al gebruikt. Het besluit kan niet meer aangevochten worden. Juridisch gezien staat de rechtmatigheid van het besluit dan vast.
G GastouderIemand van 18 jaar of ouder die gastouderopvang biedt, met uitzondering van iemand van wie een kind onder toezicht is gesteld, die voor een kind is ontheven uit het ouderlijk gezag, die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven als de ouder of partner van het kind dat wordt opgevangen of die voor de opvang personeel in dienst heeft.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.4.2 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
GastouderbureauEen organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.4.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
GastouderopvangKinderopvang die plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau, in een gezinssituatie door een ander dan de ouder die aanspraak kan maken op kinderopvangtoeslag en diens partner. Hierbij vindt de opvang plaats op het woonadres van de gastouder en/of één van de ouders van de kinderen voor wie de gastouder opvang biedt. Zie ook: kinderopvang.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.4 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag
Gebonden beslissingEen beslissing op basis van dwingend recht. Er is sprake van een gebonden beslissing als er geen beleidsvrijheid is om de ene of een andere beslissing te nemen.

Paragraaf 1.6.2.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Gecontinueerde aanvraagEen aanvraag die automatisch is doorgelopen op basis van een aanvraag voor een eerder jaar. Zie ook: continueren.
GedetineerdeIemand die een straf uitzit in de gevangenis, huis van bewaring of tbs-kliniek. Ook wel: gevangene.
GeheimhoudingsplichtVerplichting om vertrouwelijke gegevens geheim te houden.

Artikel 2:5 van de Awb
Gemachtigde
Iemand die de belanghebbende ter behartiging van diens belangen bijstaat of vertegenwoordigt.

Artikel 2:1, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.4.2 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Beroep’
GemeenschapsgeldGeld van de hele gemeenschap, belastinggeld.
GemeenschapsonderdaanIemand met de nationaliteit van een EU-land, EER-land of Zwitserland. Ook wel: EU-burger.

Paragraaf 1.4.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
GemeenschapsrechtAlle wet- en regelgeving (verdragen, verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen) van de Europese Unie. Ook wel: EU-recht of unierecht.
GemoedsbezwaardeEen persoon die is ontheven van de verplichtingen uit de Wlz. Een gemoedsbezwaarde heeft principiële bezwaren tegen verzekeringen op grond van zijn levensbeschouwing en sluit daarom geen verzekeringen af.

Artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Zvw

Paragraaf 1.3.2.3.2 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Gerede twijfelVoldoende en onderbouwde reden om te twijfelen.
Geregistreerd partnerschapEen wettelijk erkende samenlevingsvorm voor mensen die hun relatie formeel willen maken zonder te trouwen. In de praktijk zijn een geregistreerd partnerschap en een huwelijk grotendeels hetzelfde, op enkele kleine verschillen na.

Titel 5a van Boek 1 van het BW

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Partner’
GewetensbezwaarEen bezwaar dat iemand maakt op religieuze, morele of ethische gronden.
GezinsbijslagEen financiële tegemoetkoming in de kosten van een gezin met kinderen. In Nederland zijn dit de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag. Een buitenlandse gezinsbijslag is een uitkering die lijkt op één van deze Nederlandse uitkeringen.
Girale betalingBetaling via de bank; geen contante betaling.
GiftEen schenking. Het geven van geld of een goed zonder het terug te krijgen.
GodsdienstvrijheidHet recht op vrijheid van godsdienst. Dit omvat ook de vrijheid om van godsdienst te veranderen. En om alleen of met anderen in het openbaar of privé een godsdienst te belijden in erediensten, in onderwijs, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.

Artikel 9, eerste lid, van het EVRM

Paragraaf 1.9.1.1.3 van het hoofdstuk ‘Partner’
GriffierechtBedrag dat de indiener van een beroepschrift moet betalen aan de rechtbank, tenzij hij/zij hiervoor onvoldoende middelen heeft.

Artikel 8:41 van de Awb

Paragraaf 1.2.2.5 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Groene beleggingenBeleggingen in fondsen die deelnemen aan bepaalde zogenoemde groene projecten (bijvoorbeeld projecten voor milieubescherming).

Paragraaf 1.2.3.1 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
Grove schuldEen in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en grove onachtzaamheid. Minder vergaand dan opzet, maar grenst daar wel aan. Onder andere laakbare slordigheid en ernstige nalatigheid.

Paragraaf 1.3.2.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
H HalfweesIemand waarvan één ouder is overleden.
HandboekHet Handboek Dienst Toeslagen.
HandelingsonbekwaamNiet zelfstandig rechtshandelingen mogen verrichten. Onder andere minderjarigen en mensen die onder curatele zijn gesteld (tenzij dit vanwege faillissement is gedaan) zijn handelingsonbekwaam. In tegenstelling tot handelingsbekwaam. Zie ook: wilsonbekwaam.
Handhaving In ruime zin: een overkoepelende term voor toezicht, handhaving (in enge zin) en opsporing.
In enge zin: het herstellen en eventueel bestraffen van het niet naleven van wet- en regelgeving.

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
HandhavingsinstrumentInstrumenten voor handhaving. In te delen in preventieve instrumenten, instrumenten in de actualiteit en reactieve instrumenten.

Paragraaf 1.3.3 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
HandhavingsmiddelEen middel ter handhaving (om te herstellen en eventueel te bestraffen). Voor Toeslagen is dit vooral het herzien of beëindigen van een toeslag of het opleggen van een bestuurlijke boete.

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
HandhavingsstrategieEen strategie die Toeslagen jaarlijks opstelt en die de basis vormt voor de uitwerking van en de inzet op handhaving binnen Toeslagen.

Paragraaf 1.3 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
HardheidsclausuleEen bepaling of artikel in een wet op grond waarvan een wetsartikel geheel of gedeeltelijk buiten toepassing kan worden gelaten als de toepassing ervan leidt tot uiterst onbillijke of onredelijke gevolgen.

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Awir’
Heffingsrente Rente die bij een definitieve toekenning na 1 juli van het volgende jaar wordt berekend over een nabetaling of terugvordering.

Artikel 27 van de Awir

Paragraaf 1.3.5 van het hoofdstuk ‘Definitieve toekenning’

Paragraaf 1.4.1 van het hoofdstuk ‘Terugvordering’
Heffingvrij vermogenEen bedrag uit de inkomstenbelasting. Over vermogen tot dat bedrag wordt geen belasting geheven.

Paragraaf 1.2.3.2 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
Herhaalde aanvraag Nieuwe aanvraag voor hetzelfde (dezelfde toeslag over dezelfde periode) na een geheel of gedeeltelijke afwijzing.

Artikel 4:6, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.3.5 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.5.2.2 van het hoofdstuk ‘Aanvraag’
HerroepenEen nieuw besluit nemen ter vervanging van een bestreden besluit.
HerstelsanctieEen bestuurlijke sanctie waarmee een overtreding geheel of gedeeltelijk ongedaan wordt gemaakt of beëindigd, om herhaling van de overtreding te voorkomen of om de gevolgen van de overtreding te beperken of weg te nemen.

Artikel 5:2, eerste lid, onderdeel b, van de Awb

Paragraaf 1.8 van het hoofdstuk ‘Awb’
Herzien / herzieningHet ambtshalve of op verzoek wijzigen of intrekken van een eerder genomen besluit.

Paragraaf 1.5.6 van het hoofdstuk ‘Awb’
Herzieningsverzoek Verzoek om een besluit te herzien.

Paragraaf 1.5.5.2 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Herziening’
Hoger beroepVerzoek aan een hogerberoepsrechter om de uitspraak van een rechtbank te beoordelen.

Paragraaf 1.3 van het hoofdstuk ‘Beroep
HogerberoepsrechterVoor Toeslagen: de Afdeling. De instantie waarbij hoger beroep ingesteld kan worden tegen een uitspraak van een rechtbank. Door de Awb ‘hogerberoepsrechter’ genoemd. In Nederland zijn de vier hoogste rechtsinstanties de Afdeling, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Hoge Raad. Voordat iemand bij de Hoge Raad terecht kan, moet hij eerst hoger beroep instellen bij het gerechtshof. De Hoge Raad is cassatierechter. Dat betekent dat de Hoge Raad alleen beoordeelt of een lagere rechter het recht juist heeft toegepast en de regels voor de procedure goed heeft gevolgd.

Artikel 8:105, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Hoger beroepschriftHet schriftelijke of digitale stuk waarmee hoger beroep wordt ingediend.
Hoofdelijk aansprakelijkIedereen die hoofdelijk aansprakelijk is kan afzonderlijk gedwongen worden de verplichting (bijvoorbeeld terugvordering) na te komen, ook al zijn anderen ook aansprakelijk.

Artikel 33 van de Awir

Paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘Terugvordering’
Hoofdverblijf Centrale levensplaats; daar waar zich het middelpunt van de persoonlijke en economische belangen van iemand bevindt. Iemand heeft zijn hoofdverblijf in een woning als zijn/haar leven zich in hoofdzaak in en vanuit die woning afspeelt. De woning waar iemand woont en de meeste tijd doorbrengt. In tegenstelling tot een vakantiehuis of tweede woning waar iemand af en toe is.

Paragraaf 1.3.6 van het hoofdstuk ‘Partner’

Paragraaf 1.3.3 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Hoorplicht Het bestuursorgaan moet een belanghebbende in de gelegenheid stellen om te worden gehoord. Deze verplichting geldt in de bezwaar- en klachtprocedure. Het bestuursorgaan mag alleen in bepaalde situaties (die in de wet staan) van het horen afzien.

Artikel 7:2 van de Awb

Paragraaf 1.3.5 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Artikel 9:10 van de Awb

Paragraaf 1.6.4 van het hoofdstuk ‘Klacht’
Huisbewaring Een huurder geeft zijn gehele huurwoning in bruikleen aan een ander (de huisbewaarder) voor een afgesproken periode. De huisbewaarder betaalt meestal alleen een (kleine) vergoeding voor het (vaak tijdelijke) gebruik van de woning.

Paragraaf 1.3.7.3.10 van het hoofdstuk ‘Partner’

Paragraaf 1.4.5 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
HuishoudtypeVoor de huurtoeslag bestaan 4 typen huishoudens: eenpersoonshuishouden, meerpersoonshuishouden, eenpersoonsouderenhuishouden en meerpersoonsouderenhuishouden.

Artikel 2 van de Wht

Paragraaf 1.7.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Hulp- en informatiepunt (HIP)Rechtspersonen die aanvragers informeren en hulp bieden bij het aanvragen van toeslagen en waarmee Toeslagen een overeenkomst heeft afgesloten.

Artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van het UB Awir

Paragraaf 1.3.3.1 van het hoofdstuk ‘Awir’
HuurderEen persoon die zijn hoofdverblijf heeft in een door hem gehuurde woning. In de Wht wordt de aanvrager de ‘huurder’ genoemd.

Artikel 1, onderdeel c, van de Wht

Paragraaf 1.3 en 1.7.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
HuurgrensoverschrijdingWanneer een huurder een hogere rekenhuur heeft dan de maximale rekenhuur waarbij recht bestaat op huurtoeslag. Er bestaat alleen in drie situaties recht op huurtoeslag bij huurgrensoverschrijding: de woning is aangepast vanwege een handicap, de woning is geschikt en wordt bewoond door een huishouden van minimaal 8 personen en bij verworven recht. Zie ook: verworven recht.

Artikel 13, tweede lid, van de Wht

Paragraaf 1.9.5 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
HuurkoopHuurkoop is een speciale kredietvorm. De koopprijs van een koopwoning wordt in termijnen betaald, na volledige betaling wordt men eigenaar van de woning.

Paragraaf 1.4.7 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
HuurovereenkomstEen overeenkomst waarbij de ene partij (de verhuurder) zich verbindt aan de andere partij (de huurder) een woning of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (meestal een geldbedrag).

Artikel 7:201, eerste lid, van het BW

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
HuurprijsDe prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woning. Het bedrag dat alleen voor het wonen wordt betaald, niet voor eventuele andere zaken. Ook wel: kale huurprijs.

Artikel 1, onderdeel d, van de Wht

Paragraaf 1.5 en 1.9.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Huurtoeslag Een financiële bijdrage van het Rijk in de kosten van het huren van een woning.

Artikel 1, onderdeel e, van de Wht

Artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Awir

Paragraaf 1.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
HuwelijksgoederenregisterEen openbaar register waarin onder andere huwelijkse voorwaarden, partnerschapsvoorwaarden, aanvragen van echtscheiding en de ontbinding van een geregistreerd partnerschap staan.
I Immateriële schade Nadeel dat geen vermogensschade is; niet-financiële schade. Vergoeding van immateriële schade wordt ook wel smartengeld genoemd.

Artikel 6:106 van het BW

Paragraaf 1.4.2.3.1 van het hoofdstuk ‘Vermogen’

Paragraaf 1.2.2.2 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
In belangrijke mate onderhouden Onderhouden in de zin van artikel 4 van de Awir. De ouder moet hiervoor een minimaal kwartaalbedrag betalen voor het onderhoud van het kind.

Artikel 4, derde lid, van de Awir

Artikel 1.5 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Kind’
Incidenteel hoger beroepEen partij die geen hoger beroep instelt, kan dat na afloop van de hoger beroepstermijn alsnog doen als reactie op het hoger beroep dat de andere partij wél instelt.

Artikel 8:110 van de Awb

Paragraaf 1.3.3 van het hoofdstuk ‘Beroep’
IndicatiebesluitEen officiële beoordeling en vaststelling dat er recht is op zorg. Meestal door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
IngebrekestellingSchriftelijke aanmaning waarin nog één laatste kans gegeven wordt om aan verplichtingen te voldoen.

Artikel 4:17, derde lid, van de Awb

Paragraaf 1.5.3.4.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
In gebrekeEen bestuursorgaan is in gebreke als hij niet heeft beslist nadat de wettelijke beslistermijn is verstreken, daarna een ingebrekestelling is ontvangen en binnen twee weken daarna nog niet is beslist.

Paragraaf 1.5.1 van het hoofdstuk ‘Dwangsom’
IngezeteneIemand die in Nederland woont. Volledige definitie: iemand die zijn adres heeft in een gemeente in Nederland en van wie niet is geregistreerd dat hij is overleden of uit Nederland is vertrokken.

Artikel 1.1, onderdeel f, van de Wet BRP

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘BRP’
Inkomensafhankelijke regelingEen financiële bijdrage van het Rijk in kosten of bijdrageverplichtingen, waarbij de hoogte afhankelijk is van draagkracht (het inkomen en eventueel vermogen). Onder andere de toeslagen.

Artikel 1, derde lid, van de Awir

Paragraaf 1.2.1 van het hoofdstuk ‘Awir’
InkomensgegevenVerzamelinkomen of belastbaar loon.

Artikel 21, onderdeel e, van de AWR

Paragraaf 1.2.1 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Inkomen uit werk en woningHet gezamenlijk bedrag van verschillende soorten inkomen (zoals loon, uitkering, pensioen en winst) verminderd met eventuele aftrekposten en uitgaven. Ook wel: box 1 inkomen.

Artikel 3.1, tweede lid, van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.1 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Inkomen uit aanmerkelijk belangHet gezamenlijk bedrag van de voordelen uit de aandelen/winstbewijzen, verminderd met de aftrekbare kosten + de voordelen bij de verkoop van (een gedeelte van) de aandelen/winstbewijzen verminderd met de persoonsgebonden aftrek. Ook wel: box 2 inkomen.

Artikel 4.12 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
In naturaBetaling op een andere manier dan met geld. Bij een huurwoning bijvoorbeeld door het huis op te knappen of als beheerder voor de verhuurder te werken.
InreisverbodEen vreemdeling mag een bepaalde periode niet meer op Europees grondgebied komen.

Artikel 66a van de Vw 2000

Paragraaf 1.5.5 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
InspecteurInspecteur voor de inkomstenbelasting. Ook wel: belastinginspecteur.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Integrale proceskostenvergoedingVergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten in bijzondere omstandigheden. In tegenstelling tot een forfaitaire vergoeding.

Artikel 2, derde lid, van het Bpb

Paragraaf 1.7.2.5 van het hoofdstuk ‘Beroep’
IntermediairBemiddelaar of tussenpersoon. Voor de toeslagen bijvoorbeeld een accountant of (fiscale) dienstverlener.
Intensief toezichtHet detecteren van bewuste niet-naleving (misbruik), het afdwingen van naleving en eventueel sanctionering. In tegenstelling tot het niet-intensieve toezicht, zie: toezicht.

Paragraaf 1.4.2 van het hoofdstuk ‘Toezicht en naleving’
InvorderingHet innen van een terugvordering.

Hoofdstuk ‘Invordering’
InvorderingsrenteRente die betaald moet worden als de terugvordering (deels) na de betalingstermijn wordt terugbetaald.

Artikel 29 van de Awir

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Invordering’
InwerkingtredingVan een wet: het moment dat de (wijziging van een) wet in werking treedt. De wet gaat vanaf dan in. Dit kan zijn zodra de wet of wijziging bekend is gemaakt (nadat het wetsvoorstel volledig is goedgekeurd en aanvaard) of op een bepaalde latere datum.
JJeugdzorgJeugdzorgorganisaties helpen kinderen, jongeren en hun ouders bij de zorg voor jeugdigen en dat zij veilig kunnen opgroeien. In de Jeugdwet wordt het stelsel van de jeugdzorg geregeld. Volgens die wet zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg en jeugdhulp. Jeugdzorg Nederland vertegenwoordigt de organisaties die jeugdzorg aanbieden.
JongerenhuurprijsgrensEen lagere rekenhuurgrens voor de huurtoeslag. Deze grens geldt wanneer alle leden van het huishouden jonger dan 23 jaar zijn en geen van hen een inwonend (pleeg)kind heeft en/of een handicap.

Artikel 13, eerste lid, van de Wht

Paragraaf 1.9.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Juridische ouderWettelijke ouder; degene die het kind heeft erkend. Er hoeft geen biologisch verwantschap met het kind te zijn.

Paragraaf 1.3.4 van het hoofdstuk ‘Partner’
JurisprudentieHet geheel van uitspraken die door rechters zijn gedaan. Vaste jurisprudentie: de hoogste rechter heeft herhaaldelijk hetzelfde bepaald over hetzelfde onderwerp.
K KalenderjaarVan 1 januari tot en met 31 december.
KamerstukkenAlle gepubliceerde stukken in de Tweede en Eerste Kamer. Onder andere wetsvoorstellen, brieven van de regering, schriftelijke vragen, verslagen van Kamercommissies, regeringsnota's en moties. Deze stukken worden gepubliceerd. Kamerstukken hebben een dossiernummer van vijf cijfers (bijvoorbeeld 29 764). De stukken in de Tweede Kamer hebben ook een ondernummer (bijvoorbeeld 29 764, nr. 3). In de Eerste Kamer wordt hetzelfde dossiernummer gebruikt, maar in plaats van een ondernummer krijgen stukken van hetzelfde dossier een letter (bijvoorbeeld 29 764, nr. A).
KassiersfunctieBij gastouderopvang moeten de opvangkosten via het gastouderbureau betaald worden. Het bureau leidt die betalingen door aan de gastouders.

Artikel 1.1, eerste lid, en artikel 1.49, vierde lid, onderdeel b, van de Wko

Paragraaf 1.4.1.5 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
KennelijkOverduidelijk. Bijvoorbeeld kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond.

Paragraaf 1.3.5.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
KindIn het kader van de Awir: bloed- of aanverwant in de neergaande lijn van de aanvrager of zijn partner (of een pleegkind), dat in belangrijke mate wordt onderhouden door de aanvrager of zijn partner en op hetzelfde woonadres als de aanvrager staat ingeschreven in de BRP.

Artikel 4 van de Awir

Hoofdstuk ‘Kind’
KinderbijslagEen bijdrage in de kosten voor de verzorging van kinderen tot 18 jaar die tot het huishouden van de ouder behoren of door de ouder worden onderhouden. Niet inkomensafhankelijk.

Artikel 7, eerste lid, van de AKW

Paragraaf 1.4.3.1 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
KindercentrumEen voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang. Zie ook: gastouderopvang en kinderopvang.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.3 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
KinderopvangHet bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Met uitzondering van het toezichthouden tijdens de middagpauze op school, het verzorgen/opvoeden in het kader van de Jeugdwet en het verzorgen/opvoeden op een plaats waar het kind woont (met uitzondering van gastouderopvang).

Artikel 1.1, eerste en tweede lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.1 en 1.5.1.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
KinderopvangorganisatieOrganisatie die kinderopvang verzorgt en/of bemiddelt: kindercentrum en gastouderbureau.
KinderopvangtoeslagEen tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
Kindgebonden budgetEen financiële bijdrage van het Rijk in de kosten voor kinderen.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wkb

Paragraaf 1.1 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
KlaagschriftHet schriftelijke stuk waarmee een klacht wordt ingediend.

Artikel 9:4 van de Awb

Paragraaf 1.2.5 van het hoofdstuk ‘Klacht
KlachtenprocedureDe procedure over een klacht. Gaat over een gedraging van een (medewerker van een) bestuursorgaan.

Artikel 9:1 van de Awb

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Klacht’
KlagerTerm die de Awb gebruikt voor degene die een klacht heeft ingediend.
Koppelingsbeginsel Een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf heeft geen recht op toeslagen. En voor een vreemdeling met rechtmatig verblijf is het recht op toeslagen afhankelijk van de aard van het verblijf. Zie ook: doorkoppelingsbeginsel.

Artikel 10, eerste lid

Artikel 11, eerste lid, van de Vw 2000

Paragraaf 1.3 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
KostgangerIemand die een kamer huurt en mee eet.
Kring van verzekerdenIedereen die verzekeringsplichtig is. Dit zijn in ieder geval personen die in Nederland wonen (ingezetenen), met uitzondering van onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. En personen die niet in Nederland wonen, maar die wel loonbelasting moeten betalen vanwege in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid. Deze kring kan uitgebreid en beperkt worden via het BUB 1999 en de Verordening (EG) 833/2004. Zie ook: verzekeringsplichtige.

Artikel 2.1.1, eerste en tweede lid, van de Wlz

Paragraaf 1.3.2.1 en Bijlage 1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
KwaliteitskortingsgrensEen bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld. Het gedeelte van de rekenhuur tussen de basishuur en de kwaliteitskortingsgrens wordt voor 100% vergoed met huurtoeslag. Zie ook: basishuur en rekenhuur.

Artikel 20, eerste lid, van de Wht

Paragraaf 1.12.3 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
KwijtscheldenHet vrijwillig prijsgeven van een vordering op iemand. De vordering bestaat dan niet meer. Zie ook: vordering.
KwijtscheldingswinstWinst die ontstaat als een schuldeiser afziet van het innen van een schuld.

Paragraaf 1.5.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
KwitantieBewijs van een (contante) betaling. Er wordt een geldtransactie mee vastgelegd.
L LeenbijstandBijstand in de vorm van een lening, op grond van de Participatiewet.

Paragraaf 1.5.1 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Legaliteitsbeginsel
Geen straf zonder wet. Niemand mag worden veroordeeld voor een handelen/nalaten dat geen strafbaar feit was volgens de wet op het moment van het handelen/nalaten. Er mag ook geen zwaardere straf opgelegd worden dan de straf die op dat moment van toepassing was.

Artikel 5:4, tweede lid, van de Awb

Artikel 7, eerste lid, van het EVRM

Artikel 15, eerste lid, van het IVBPR

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
LetselschadeSchade door lichamelijke verwondingen of psychische problemen. Letselschade kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een aanrijding, bedrijfsongeval, verkeersongeval of medische fout.

Paragraaf 1.4.3.1 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
Lex generalisAlgemene wet.

Paragraaf 1.2.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
Lex specialisBijzondere wet. Een Lex specialis krijgt voorrang boven de algemene wet (lex generalis).

Paragraaf 1.2.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
LidstaatStaat die bij een bepaalde organisatie hoort, bijvoorbeeld de EU. In dit handboek: een EU/EER-land. In tegenstelling tot een derde land.
Lokale BetalingsregelingEen betalingsregeling voor de resterende maanden van een standaardbetalingsregeling, nadat een termijn ongebruikt is verstreken door uitstel van betaling. Zie ook: standaardbetalingsregeling en uitstel van betaling.

Paragraaf 1.5.2.2 van het hoofdstuk ‘Invordering’
LumpsumEén totaalbedrag, zonder specificatie van de verschillende onderdelen. Met name bij schadevergoeding: één bedrag voor zowel materiële als immateriële schade, zonder verdeling.

Paragraaf 1.4.2.3.1 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
M MarktconformHandelingen of prestaties (prijs, service, condities) zijn markconform als die min of meer gelijk zijn aan wat andere partijen in de markt bieden of ontvangen (bijvoorbeeld een huurprijs die ongeveer hetzelfde is als de huurprijs voor vergelijkbare woningen).
Materieel rechtDe regels over de inhoud van rechten en plichten. Voor de toeslagen: de regels over de voorwaarden voor het recht op de toeslag en de hoogte van de toeslag.
Materiële schadeSchade die direct in geld is uit te drukken. Dit omvat zowel geleden verlies als gederfde winst. Ook wel: vermogensschade.

Artikel 6:96 van het BW

Paragraaf 1.2.2.1 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
MateriewetWet waarin materieel recht staat. Voor de toeslagen met name de Wet op de zorgtoeslag, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet op de huurtoeslag en de Wet kinderopvang.
MatigingIets verlagen. Voor Toeslagen: het verlagen van een terugvordering naar een lager bedrag of naar € 0. Anders dan bij (gedeeltelijke) kwijtschelding blijft de terugvordering nog wel bestaan, maar wordt deze op een ander bedrag vastgesteld. Zie ook: kwijtschelding.

Artikel 26, tweede lid, van de Awir

Paragraaf 1.4.2 van het hoofdstuk ‘Terugvordering’
Maximale huurprijsgrensDe huurprijs die maximaal redelijk is voor het enkele gebruik van de woonruimte. Wordt vastgesteld door de huurcommissie. Is onder andere afhankelijk van het soort woning, de oppervlakte van de ruimten, de verwarming, de keuken en het sanitair.

Paragraaf 1.9.1.1.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Maximale rekenhuurDe maximaal rekenhuur waarbij nog recht op huurtoeslag bestaat. Boven deze rekenhuur bestaat geen recht op huurtoeslag, behalve in drie uitzonderingssituaties. Zie ook: huurgrensoverschrijding en rekenhuur.

Artikel 13, eerste lid, van de Wht

Paragraaf 1.9.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
MedebewonerPersoon die op hetzelfde woonadres is ingeschreven in de BRP als de aanvrager.

Artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Awir

Hoofstuk ‘Medebewoner’
MedehuurderIemand die samen met een andere huurder (de hoofdhuurder of een medehuurder) als huurder op de huurovereenkomst staat. Als de woonruimte het hoofdverblijf is van de echtgenoot of geregistreerde partner van een huurder dan is hij of zij van rechtswege medehuurder.

Artikel 7:266 van het BW
MeerpersoonshuishoudenEén van de 4 huishoudtypen voor de huurtoeslag. Een huishouden van de huurder, die samen met diens partner en/of medebewoner(s) een woning bewoont, waarvan niemand op 1 januari van het berekeningsjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Artikel 2 van de Wht

Paragraaf 1.7.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
MeerpersoonsouderenhuishoudenEén van de 4 huishoudtypen voor de huurtoeslag. Een huishouden van de huurder, die samen met diens partner en/of medebewoner(s) een woning bewoont, waarvan één of meer personen op 1 januari van het berekeningsjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Artikel 2 van de Wht
Memorie van ToelichtingDe uitleg bij een wetsvoorstel (voor een nieuwe wet of wijziging van een bestaande wet). Hierin staat waarom het voorstel is ingediend en wat het voorstel precies inhoudt. Meestal is dit opgedeeld in een algemeen gedeelte en een toelichting per wetsartikel. Het wordt geschreven door de indiener(s) van het voorstel, meestal een minister of staatssecretaris. Een memorie van toelichting verschijnt tegelijk met de Koninklijke Boodschap en het voorstel van wet. Daarna kunnen amendementen en/of wijzigingen volgen. Het geheel van documenten over een wet wordt ook wel de wetsgeschiedenis genoemd.
MensenrechtenRechten die je hebt vanwege het enkele feit dat je mens bent. Deze rechten gelden daarom voor iedereen, altijd en overal.

Paragraaf 1.3.2.2 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
MH17Malaysia Airlines 17 (vluchtnummer). Het vliegtuig van deze vlucht werd op 17 juli 2014 neergeschoten. Alle inzittenden overleden. De nabestaanden hebben recht op immateriële schadevergoeding.

Paragraaf 1.4.3.9 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
MinderjarigJonger dan 18 jaar.

Artikel 1:233 van het BW
MinisterMinister van Financiën of andere minister die over het desbetreffende onderwerp gaat.

Paragraaf 1.2.3.1 van het hoofdstuk ‘Awir’
Ministeriële regelingWordt gemaakt door een minister of staatssecretaris. Er wordt een algemeen verbindend voorschrift (avv) in vastgesteld of een ander besluit van regelende aard. Het is vaak een verdere uitwerking van een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Een ministeriële regeling is sneller in te voeren dan een AMvB, omdat een AMvB in de ministerraad wordt besproken en advies van de Raad van State nodig heeft. Een ministeriële regeling heeft dit niet nodig. Voorbeeld: de Awir heeft de UR Awir als ministeriële regeling en het UB Awir als AMvB. Zie ook: algemene maatregel van bestuur en algemeen verbindend voorschrift.
N NabetalingIn algemene zin: een betaling achteraf. Voorbeeld: er blijkt later dat er meer recht was op toeslag, dus er wordt een bedrag nabetaald.
In de zin van het buiten beschouwing laten van een deel van het inkomen: een bedrag dat in een later jaar wordt uitbetaald dan het jaar waarin het bedrag opeisbaar werd. Het moment van opeisbaarheid is het moment waarop het recht op de betaling ontstaat.

Paragraaf 1.4.4.1.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
NaturalisatieHet als vreemdeling (op verzoek) verkrijgen van de nationaliteit van het verblijfsland.
Niet-ingezeteneIemand die niet in Nederland woont. Tegenovergestelde van een ingezetene. Zie ook: ingezetene.

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘BRP’
Niet in Nederland belastbaar inkomen (NINBI)Inkomen dat niet in Nederland belastbaar is. Buitenlands inkomen of inkomen dat is vrijgesteld op grond van nationaal recht.

Artikel 2, eerste lid, onderdeel m, van de Awir

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Niet-ontvankelijkEr wordt niet voldaan aan formele vereisten, een zaak komt daarom niet tot een inhoudelijke behandeling. Wel is recht op een beslissing/uitspraak over de ontvankelijkheid.

Artikel 6:6 van de Awb

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
NihilNul. Voor toeslagen: een voorschot of tegemoetkoming van € 0.
NormhuurOnderdeel van de basishuur voor de huurtoeslag. De hoogte van de normhuur is afhankelijk van het rekeninkomen. Zie ook: basishuur en rekeninkomen.

artikel 16, artikel 17, artikel 18 en artikel 19 van de Wht

Paragraaf 1.12.2.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
NormpremieEen premie voor een zorgverzekering berekend op basis van het drempelinkomen en toetsingsinkomen. De normpremie is een percentage van het drempelinkomen vermeerderd met een percentage van het toetsingsinkomen voor zover dat toetsingskomen het drempelinkomen te boven gaat. Zie ook: drempelinkomen en toetsingsinkomen.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel h en artikel 2, tweede lid, van de Wzt

Paragraaf 1.6.2 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Notarieel samenlevingscontractEen samenlevingscontract dat door een notaris is opgesteld. Zie ook: samenlevingscontract.

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Partner’
NotarisEen openbaar ambtenaar en juridisch expert die bevoegd is om juridisch bindende documenten op te stellen (zoals hypotheken, testamenten en contracten). Een notaris zorgt ervoor dat juridische documenten voldoen aan alle wettelijke eisen.
NutsvoorzieningVoorziening met een algemeen nut waar alle burgers baat bij hebben. Dit zijn in ieder geval gas, water en elektriciteit. Ook kan (afhankelijk van de context) gedacht worden aan andere voorzieningen zoals telecommunicatie (internet), riolering en openbaar vervoer.
O OmbudsmanEen vertegenwoordiger voor mensen, die een klacht hebben over de overheid of een organisatie. De ombudsman onderzoekt de klacht en doet daarover een uitspraak. Voor klachten over Toeslagen is de Nationale ombudsman de aangewezen ombudsman. De Nationale ombudsman is een onafhankelijke en onpartijdige instantie die klachten behandelt over bijna alle overheidsinstanties.

Titel 9.2 van de Awb

Paragraaf 1.6.8 en 1.10 van het hoofdstuk ‘Klacht’
Om nietGratis; zonder dat er een vergoeding tegenover staat.
Onbekende aanvragerEen toeslagaanvrager waarvan onvoldoende gegevens bekend zijn om de toeslag te kunnen berekenen.

Paragraaf 1.3.3 van het hoofdstuk ‘Voorschotverlening’
OnderhoudskostenKosten voor het onderhoud van een kind. Onder andere kosten voor eten, drinken, kleding, school, vakantie, vervoer, zakgeld, sport, zwemles, huis (gas, water, licht, huur, hypotheek), alimentatie en verzekeringen.

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Kind’
Onderhuur Een huurder verhuurt een gedeelte van zijn huurwoning aan een ander (de onderhuurder). Het gaat vaak om een kamer of etage.

Paragraaf 1.3.7.3.1 van het hoofdstuk ‘Partner’

Paragraaf 1.4.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Onderhuurder Persoon die een gedeelte van de woning van de aanvrager huurt en hiervoor een schriftelijke huurovereenkomst heeft. Is geen medebewoner.

Artikel 2, eerste lid, onderdeel e, sub 2, van de Awir

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Medebewoner’

Paragraaf 1.4.4 en 1.7.3.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
OnderhuurovereenkomstHuurovereenkomst tussen de aanvrager en onderhuurder voor een gedeelte van de woning van de aanvrager.

Paragraaf 1.4.4 en 1.7.3.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
OngewenstverklaringEen door de IND ongewenst verklaarde vreemdeling moet uit Nederland vertrekken en wordt de toegang tot Nederland ontzegt. Dit kan onder andere als de vreemdeling niet (langer) rechtmatig in Nederland verblijft en herhaaldelijk strafbare feiten heeft begaan.

Paragraaf 1.5.6 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
OnherroepelijkEen besluit kan niet meer worden aangevochten met een bezwaar, beroep of hoger beroep.
Onrechtmatige daadEen inbreuk op iemands recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht en/of een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Met het laatste wordt bedoeld een overtreding van maatschappelijke zorgvuldigheid, waarbij het gedrag in strijd is met ongeschreven regels (bijvoorbeeld geluidsoverlast).

Artikel 6:162, tweede lid, van het BW

Paragraaf 1.2.1 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
Onrechtmatig verblijfVerblijf van een vreemdeling in een land, zonder toestemming van de overheid van dat land. Alle gronden voor rechtmatig verblijf in Nederland staan in de Vw 2000. Zie ook: rechtmatig verblijf en vreemdeling.

Artikel 8 van de Vw 2000

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
Onroerende zaakGebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, rechtstreeks of door vereniging met andere gebouwen of werken.

Artikel 3:3, eerste lid, van het BW

Paragraaf 1.6.1.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
OntheemdeIemand die gedwongen zijn woonplek heeft moeten verlaten, bijvoorbeeld door een natuurramp of oorlog.
OntvangsttheorieEen verzoek of bezwaarschrift is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen.

Artikel 6:9, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.2.4.3.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar
OntvankelijkEr wordt voldaan aan de formele vereisten, de zaak moet inhoudelijk behandeld worden. Er is recht op een inhoudelijke beslissing/uitspraak.

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
Ontvankelijkheid Oordeel of de belanghebbende aan de formele eisen heeft voldaan.

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.2 van het hoofdstuk ‘Beroep
Onvrije etageEen zelfstandige woonruimte waarbij de eigen wezenlijke voorzieningen alleen bereikt kunnen worden via een gemeenschappelijke verkeersruimte (zoals een trappenhuis of gang). Zie ook: zelfstandige woonruimte.

Artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Wht

Paragraaf 1.6.2.2 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Onzelfstandig aangewezen woonruimteEen onzelfstandige woonruimte die deel uitmaakt van een woongebouw of woning die door Toeslagen is aangewezen, die (gedeeltelijk) verhuurd wordt voor begeleid wonen of groepswonen door ouderen en in eigendom is van (en aan de huurder wordt verhuurd door) een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Artikel 11, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Wht

Paragraaf 1.6.2.3 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’ en Bijlage 2 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Op de zaak betrekking hebbende stukkenStukken die een rol hebben gespeeld bij de besluitvorming. Alle stukken die aan het bestuursorgaan ter beschikking hebben gestaan. Het bestuursorgaan moet deze allemaal naar de rechtbank sturen in een beroepsprocedure of aan de belanghebbende/gemachtigde in een bezwaarprocedure.

Artikel 8:42 van de Awb

Paragraaf 1.4.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Openbaar lichaamOnderdeel van de overheid zoals het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen.
OpschortenEen termijn tijdelijk onderbreken en stilleggen.

Paragraaf 1.5.3.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
OpsporingGericht op het vinden van een verdachte of het vaststellen dat er (g)een strafbaar feit is gepleegd. Voordat wordt overgegaan tot opsporing bestaat al een vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd (anders dan bij toezicht). Gericht op de strafrechtelijke afdoening van strafbare feiten.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
OpsporingsambtenaarVoor Toeslagen: een ambtenaar die is aangewezen voor het opsporen van bepaalde strafbare feiten die samenhangen met overtredingen van de Awir.

Artikel 44 van de Awir

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
OpvangovereenkomstEen schriftelijke overeenkomst tussen een ouder en de houder van een kindercentrum of gastouderbureau. Zie ook: overeenkomst.

Artikel 1.52, eerste lid en artikel 1.56, vierde lid, van de Wko

Paragraaf 1.5.2 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
OpzetWillens en wetens handelen of nalaten.

Paragraaf 1.3.2.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
Ouder Voor de kinderopvangtoeslag: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn (of de pleegouder) van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft. In de Wko wordt de aanvrager de ‘ouder’ genoemd. Zie ook: aanverwant, bloedverwant, kind en pleegouder.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
Voor het kindgebonden budget: iemand met een kind waarvoor hij/zij kinderbijslag ontvangt. De ouder is de verzekerde in de zin van de AKW. In de Wkb wordt de aanvrager de ‘ouder’ genoemd. Zie ook: verzekerde.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel c en artikel 2, eerste lid, van de Wkb

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
OuderschapsplanEen document waarin ouders die niet (meer) bij elkaar zijn onder andere hebben vastgelegd wat de praktische en financiële verdeling is van de verzorging en opvoeding van hun kind(eren).

Paragraaf 1.2.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Kind’
OvereenkomstEen meerzijdige rechtshandeling waarbij één of meer partijen jegens één of meer anderen een verbintenis aangaan. Oftewel een afspraak tussen twee of meer partijen.

Artikel 6:213, eerste lid, van het BW

Paragraaf 1.5.2.2 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
Overtreder Degene die een overtreding pleegt of medepleegt. Voor Toeslagen aangevuld met de doen pleger, uitlokker en medeplichtige.

Artikel 5:1, tweede lid, van de Awb
Artikel 41bis, eerste lid, van de Awir
41bis, eerste lid, van de Awir

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
OvertredingEen gedraging die in strijd is met de wet.

Artikel 5:1, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.8 van het hoofdstuk ‘Awb’
P PachtEen verpachter geeft een (gedeelte van een) onroerende zaak, meestal een perceel landbouwgrond, tegen een vergoeding in gebruik aan een pachter ter uitoefening van landbouw.

Artikel 7:311 van het BW

Paragraaf 1.4.6 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Papieren inkomenInkomen dat alleen op papier bestaat, maar in werkelijkheid niet (in dat jaar) is ontvangen. Bijvoorbeeld kwijtscheldingswinst.

Paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
ParticulierEen individuele burger in de samenleving; geen bedrijf of overheidsinstantie.
Partner / partnerschapPartner(schap) in de zin van de Awir.

Artikel 3 van de Awir

Hoofdstuk ‘Partner’
Penitentiaire instellingEen door de overheid beheerde instelling waar gedetineerden een straf uitzitten. Dit kan een huis van bewaring zijn, een gevangenis, een gecombineerde inrichting en een bijzondere inrichting.
PensioenDe uitkering die werknemers ontvangen vanaf het moment dat ze vanwege hun leeftijd stoppen met werken.
Pensioengerechtigde leeftijdVerschilt per jaar. Te vinden in de AOW.

Artikel 7a, eerste lid, van de AOW
Persoonlijke betalingsregelingEen betalingsregeling gebaseerd op betalingscapaciteit voor mensen die te weinig geld hebben om aan de standaardbetalingsregeling te voldoen. Ook wel: betalingsregeling op maat. Zie ook: betalingscapaciteit en standaardbetalingsregeling.

Artikel 7, vierde lid, van de UR Awir

Paragraaf 1.5.1.2 van het hoofdstuk ‘Invordering’
PersoonsgegevenGegeven dat betrekking heeft op een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (niet een overleden persoon of een organisatie). Dit betekent dat informatie direct over iemand gaat of naar deze persoon te herleiden is .Bijvoorbeeld naam, adres en telefoonnummer. Maar bijvoorbeeld ook wat iemand op internet koopt, allergieën en beelden van een bewakingscamera waar diegene herkenbaar op staat.

Artikel 4, eerste lid, van de AVG
PleegkindEen kind dat wordt opgevoed en onderhouden als een eigen kind door iemand anders dan de (biologische) ouder of voogd.

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Kind’
PleegouderIemand die een niet-eigen kind opvoedt en onderhoudt als een eigen kind.
PleegvergoedingEen vergoeding voor de kosten van de verzorging en opvoeding van een pleegkind.
PolisadministratieAdministratie waarin het UWV informatie verzamelt over loon, uitkeringen en arbeidscontracten. Het gaat om de gegevens van alle verzekerde werknemers in Nederland. Het UWV beheert de Polisadministratie.
Primair besluitHet oorspronkelijke besluit (een eerste of herzien besluit). Ook wel: besluit in primo.

Paragraaf 1.5.1.1.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
PrivaatrechtGeheel van regels over de verhouding tussen burgers en/of bedrijven onderling.

Paragraaf 1.5.1.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
ProcesbelangHet belang dat een burger heeft bij de uitkomst van een (hoger)beroepsprocedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat de burger voor ogen staat, met het rechtsmiddel kan worden bereikt en voor de burger van feitelijke betekenis is. 

Paragraaf 1.2.2.1 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Proceskostenvergoeding
Vergoeding van de kosten die iemand heeft moeten maken voor de bezwaar- of (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 7:15 van de Awb

Paragraaf 1.4.3 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Artikel 8:75 van de Awb

Paragraaf 1.7 van het hoofdstuk ‘Beroep’

Paragraaf 1.7 van het hoofdstuk ‘Hoger beroep’
Pro forma Een pro forma bezwaar of (hoger) beroep, is een bezwaar/beroep zonder gronden. Om het recht op bezwaar/beroep zeker te stellen binnen de termijn.

Paragraaf 1.2.3.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.2.2.1 van het hoofdstuk ‘Beroep’
ProportionaliteitEr moet een redelijke verhouding zijn tussen het doel en het ingezette middel.
Proportioneel recht Bij betaling van een deel van de kosten bestaat er proportioneel recht op kinderopvangtoeslag of huurtoeslag op basis van het deel dat betaald is.

Paragraaf 1.5.4 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’

Paragraaf 1.4.5 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
PubliekrechtelijkGebaseerd op het publiekrecht.

Paragraaf 1.5.1.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
PubliekrechtGeheel van regels over de verhouding tussen de burger en de overheid.

Paragraaf 1.5.1.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
Q
R RechtmatigheidIn overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.
RechtmatigheidsonderzoekHet onderzoek naar de rechtmatigheid van een toeslag wanneer er een aanwijzing is dat een toeslag mogelijk onrechtmatig is of wordt verstrekt of onjuist is aangevraagd.

Paragraaf 1.4.2.2 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
Rechtmatig verblijfVerblijf van een vreemdeling in een land, met toestemming van de overheid van dat land. Alle gronden voor rechtmatig verblijf in Nederland staan in de Vw 2000. Zie ook: vreemdeling.

Artikel 8 van de Vw 2000

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
Recht op privé-, familie- en gezinslevenEenieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie zonder inmenging van de overheid.

Artikel 8 van het EVRM
RechtsbeschermingHet geheel van mogelijkheden om (achteraf) op te komen tegen besluiten en handelingen van de overheid.

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Awb’
RechtsbijstandHulp die wordt ingeschakeld voor een juridisch geschil. Ook wel: rechtshulp.

Paragraaf 1.4.3.3 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
RechtsgeldigGeldig volgens het recht. Er is aan de wettelijke eisen voldaan. Is hier niet aan voldaan, dan is iets niet rechtsgeldig.
RechtsgevolgWijziging in de rechtspositie als gevolg van een besluit: ontstaan, wijzigen of verdwijnen van bevoegdheden, rechten en/of plichten. Zie ook: rechtspositie.

Paragraaf 1.5.1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
RechtshandelingEen handeling die een rechtsgevolg oplevert of beoogt. Zie ook: rechtsgevolg.

Paragraaf 1.5.1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
RechtsmiddelDe mogelijkheid om een besluit aan te vechten: bezwaar, beroep en hoger beroep.
Rechtsmiddelenclausule Uitleg over hoe er bezwaar of beroep ingesteld kan worden tegen de beslissing of uitspraak.

Artikel 3:45 en artikel 6:23 van de Awb

Paragraaf 1.5.7 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.4.2.8 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
RechtsoverwegingParagraaf in een rechterlijke uitspraak.
RechtspersoonEen niet natuurlijke persoon met rechtspersoonlijkheid. Dit is een juridische constructie voor organisaties en verenigingen waardoor zij (net als natuurlijke personen) zelfstandig aan het rechtsverkeer kunnen deelnemen met de bijbehorende rechten en plichten (zoals het kunnen hebben van schulden en bezittingen, contracten kunnen sluiten, rechtszaken kunnen aanspannen en aangeklaagd kunnen worden).

Boek 2 van het BW
RechtspositieHet geheel van rechten en plichten in de verhouding tussen overheid en burger.

Paragraaf 1.5.1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
Rechtstreeks beroepBeroep instellen zonder voorafgaande bezwaarprocedure.

Artikel 7:1a van de Awb

Paragraaf 1.6 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
RechtszekerheidZeker zijn van de rechtspositie.

Paragraaf 1.6.5 van het hoofdstuk ‘Awb’
Recht van lidmaatschap van een coöperatieLidmaatschapsrecht (ook wel gebruiksrecht) gekocht van een vereniging die het hele pand (bijvoorbeeld flat of appartementencomplex) bezit.

Paragraaf 1.3.6 van het hoofdstuk ‘Partner’
RecreatiewoningEen woning die onderdeel uitmaakt van een hotel-, pension-, kamp- of vakantiebestedingsbedrijf.

Artikel 1, onderdeel c, sub 2, van de Wht

Paragraaf 1.6.4.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
Redelijke termijn (EVRM) De behandelduur van een bezwaar- en (hoger) beroepsprocedure. Voor het bezwaar, beroep en hoger beroep bij elkaar geldt vier jaar als redelijke termijn. Voor het bezwaar (half jaar) en beroep (anderhalf jaar) bij elkaar twee jaar. Wordt de redelijke termijn overschreden, dan bestaat er recht op een immateriële schadevergoeding van € 500 voor ieder half jaar dat de termijn wordt overschreden.

Artikel 6 van het EVRM

Paragraaf 1.4.1.4 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.2.2.1 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
Registers van de burgerlijke standBevatten akten van geboorte, huwelijk, echtscheiding en overlijden.
RekenhuurHuurprijs waarmee de huurtoeslag berekend wordt: de huurprijs die de huurder per maand is verschuldigd plus een maximaal bedrag voor de verschuldigde servicekosten (en de huur van de standplaats, bij huur van een woonwagen). Zie ook: huurprijs en servicekosten.

Artikel 5, eerste lid, van de Wht

Paragraaf 1.9 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
RekeninkomenHet inkomen waarmee de huurtoeslag wordt berekend: het gezamenlijke toetsingsinkomen van de huurder, partner en medewoner(s). Zie ook: toetsingsinkomen.

Artikel 1, onderdeel i, van de Wht

Paragraaf 1.10.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
RendementsgrondslagHet belastbaar vermogen: waarde van bezittingen verminderd met waarde van schulden. Bezittingen zijn onder andere onroerende zaken (woningen, gebouwen), roerende zaken die niet voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt en geld. Schulden zijn verplichtingen met waarde in het economische verkeer (bijvoorbeeld een lening voor een auto, studieschuld of schuld voor de financiering van een tweede woning).

Artikel 5.3 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.3 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
Resultaat uit overige werkzaamhedenOnderdeel van box 1 inkomen. Een soort restcategorie voor inkomsten die niet in een andere categorie vallen en waarover nog geen loonheffing is ingehouden. Bijvoorbeeld inkomsten van freelancers.

Afdeling 3.4 van de Wet IB 2001
Roerende zaakAlle zaken die niet onroerend zijn. Voorbeelden: meubels, auto, geld, boot. Zie ook: onroerende zaak.

Artikel 3:3, tweede lid, van het BW

Paragraaf 1.6.1.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
S Samengesteld gezinSamenwonende (gehuwde) partners die kinderen in hun gezin hebben uit een andere relatie.
SamenlevingscontractEen overeenkomst tussen twee mensen waarin zij afspraken over het samenwonen vastleggen (zoals over het betalen van gezamenlijke kosten en de verdeling van gezamenlijke spullen bij uit elkaar gaan). Zie ook: notarieel samenlevingscontract.

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Partner’
SchadebesluitBesluit op een schadeverzoek.

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding’
SchadeverzoekVerzoek om schadevergoeding.
Scheiding van tafel en bedVergelijkbaar met een echtscheiding, maar men blijft nog getrouwd. De procedure begint met een verzoek bij de rechtbank en eindigt met een beschikking (deze hoeft niet ingeschreven te worden in de BRP, wel in het huwelijksgoederenregister). De echtgenoten wonen niet meer samen en maken afspraken over onder andere financiële kwesties en de verdeling van zorg voor kinderen.

Titel 10 van Boek 1 van het BW

Paragraaf 1.9.1.2 van het hoofdstuk ‘Partner’
SchenkingIets (bijvoorbeeld geld) krijgen zonder dat er iets tegenover staat.
SchipperskindKind van een binnenschipper. Woont eventueel bij de ouder op het binnenschip of op een internaat.

Paragraaf 1.2.3.2 van het hoofdstuk ‘Kind’
Schorsende werkingDe betreffende beslissing kan (nog) niet worden uitgevoerd. De gevolgen van een besluit worden opgeschort.

Paragraaf 1.3.2.5.4 van het hoofdstuk ‘Beroep’
SchuldhulpverlenerEen bemiddelaar tussen schuldenaar en schuldeiser, voor mensen die in financiële problemen zitten. Het doel van de schuldhulpverlener is om een oplossing te vinden voor de problematische schuldsituatie van de cliënt (de schuldenaar). Schuldhulpverlening is een traject waarin een schuldenaar door de schuldhulpverlener wordt geholpen en begeleid in het aflossen van de financiële schulden. Schuldhulpverlening kan worden uitgevoerd door gemeenten of organisaties die in opdracht van een gemeente werken.
SchuldsaneringEen traject om iemand vrij van schulden te krijgen. Als iemand in de wettelijke schuldsanering zit, probeert die persoon (onder toezicht van een WSNP-bewindvoerder) zo veel mogelijk geld te sparen voor zijn of haar schuldeisers. Er bestaat ook minnelijke schuldsanering. Die verloopt buiten de rechtbank, meestal via de gemeente. Zie ook: bewindvoerder.

Paragraaf 1.8 van het hoofdstuk ‘Invordering’
ServicekostenKosten voor een huurwoning, anders dan de huurprijs voor het enkele gebruik van de woning. Voor de huurtoeslag tellen alleen 4 soorten servicekosten mee voor maximaal € 12 per soort: energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten, schoonmaakkosten voor gemeenschappelijke ruimten, huismeesterkosten en kapitaals- en onderhoudskosten van dienstruimten en gemeenschappelijke recreatieruimten.

Artikel 5, derde lid, van de Wht

Paragraaf 1.9.2 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
SmartengeldImmateriële schadevergoeding.
Sociale zekerheid / sociale zekerheidsstelselHet geheel van sociale voorzieningen (zoals bijstand en re-integratie) en sociale verzekeringen (volksverzekeringen en werknemersverzekeringen). Het gaat om het geheel van maatregelen, dat nodig is om de gevolgen te compenseren van bepaalde risico’s die mensen lopen bij hun functioneren in de maatschappij. Sociale zekerheid bestaat uit een breed stelsel van publieke voorzieningen. Het kan hierbij gaan om een financiële verstrekking (bijvoorbeeld een uitkering), maar ook om een verstrekking in natura (bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van een medisch hulpmiddel).
Sociale zekerheidswetVoorziet in een financiële uitkering, die niet inkomensafhankelijk is. Bedoeld om een tekort aan bestaansmiddelen aan te vullen. Voorbeelden: WW, WIA en Participatiewet.

Paragraaf 1.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Awir’
StaatsbladEen dagblad waarin officiële mededelingen van de overheid staan. Hierin worden wetten en algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) bekend gemaakt. Deze treden pas in werking na publicatie in het Staatsblad. Per 1 juli 2009 vindt de officiële bekendmaking in het Staatsblad elektronisch plaats op www.officielebekendmakingen.nl. Zie ook: algemene maatregel van bestuur.
StaatscourantEen dagblad waarin officiële mededelingen van de overheid staan. Hierin worden (onder andere) ministeriële regelingen bekend gemaakt. De regelingen treden pas in werking na publicatie in de Staatscourant. Per 1 juli 2009 vindt de officiële bekendmaking in de Staatscourant elektronisch plaats op www.officielebekendmakingen.nl. Zie ook: ministeriële regeling.
StaatsraadEen rechter bij de Afdeling.
StandaardbetalingsregelingEen automatische betalingsregeling voor toeslagen waarbij in maximaal 24 maanden terugbetaald kan worden door de burger. Ook wel: Centrale Betalingsregeling Toeslagen (CBT).

Artikel 7, eerste en derde lid, van de UR Awir

Paragraaf 1.5.1.1 van het hoofdstuk ‘Invordering’
StandaardpremieEen bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld door de geschatte gemiddelde premie voor een zorgverzekering in dat jaar te vermeerderen met het geschatte gemiddelde bedrag dat een verzekerde naar verwachting in dat jaar betaalt op basis van het verplichte eigen risico.

Artikel 4 van de Wzt

Paragraaf 1.6.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
StartkwalificatieEen diploma van een beroepsopleiding, hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.
StiefkindEen kind van de (huwelijks)partner uit een eerdere relatie.

Paragraaf 1.2.1.4.3 van het hoofdstuk ‘Kind’
T TaakstellingsbedragOnderdeel van de basishuur voor de huurtoeslag. Een bedrag dat bij de normhuur wordt opgesteld en gezamenlijk de basishuur vormt. Het bedrag is in beginsel € 12, maar wordt vaak aangepast. Zie ook: basishuur en normhuur.

Artikel 16 van de Wht

Paragraaf 1.12.2 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
TegemoetkomenGeheel of gedeeltelijk gelijk geven.
TegemoetkomingEen financiële bijdrage van het Rijk op grond van een inkomensafhankelijke regeling. In de Awir wordt met ‘tegemoetkoming’ de definitieve toekenning bedoeld.

Artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Awir

Hoofdstuk ‘Definitieve toekenning’
TermijnoverschrijdingTe laat, na de gestelde termijn.

Paragraaf 1.2.4.4 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
Terugmeldplicht Verplichting van een bestuursorgaan om te melden dat een gegeven in een basisregistratie (dat als authentiek is aangemerkt) vermoedelijk onjuist is
Voor de BRI: artikel 21h, eerste lid, van de AWR.

Voor de BRP: artikel 2.34, eerste lid, van de Wet BRP

Paragraaf 1.2.5 van het hoofdstuk ‘BRP’

Voor de BRI: artikel 21h, eerste lid, van de AWR

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
TerugtrekkingsakkoordAkkoord tussen het Verenigd Koninkrijk (VK) en de EU met afspraken over de gevolgen van het vertrek van het VK uit de EU.

Paragraaf 1.2 van Bijlage 2 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
TerugvorderingsbeschikkingBeschikking tot vaststelling van het bedrag dat wordt teruggevorderd. Ook wel: beschikking tot terugvordering.

Artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Awir

Bijlage 1 van het hoofdstuk ‘Awb’
TerugvorderingsbriefBrief met daarop de mededeling dat de aanvrager een bepaald bedrag moet terugbetalen en uitleg over hoe dit gedaan kan worden. De terugvorderingsbrief is tot 1 juni 2023 te herkennen aan de acceptgiro onderaan de brief.

Bijlage 1 van het hoofdstuk ‘Awb’
Terugwerkende krachtIets in het heden, heeft gevolgen voor het verleden. Een beslissing, oordeel of wet geldt niet vanaf dat moment, maar heeft al op een eerdere datum rechtswerking.
TewerkstellingsvergunningEen vergunning die meestal nodig is voordat een vreemdeling van buiten de EU, EER en Zwitserland in Nederland kan werken. De werkvergunning moet daarvoor zijn verleend aan de werkgever.
ToeslagInkomensafhankelijke regeling.
ToeslagbetrokkeneIemand die in de toeslag van de aanvrager wordt meegenomen in de berekening.
ToeslagenVerkorte benaming van het bestuursorgaan de Dienst Toeslagen (tot 2024: de Belastingdienst/Toeslagen). Het organisatieonderdeel van de rijksbelastingdienst dat is belast met het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van tegemoetkomingen.

Artikel 11, tweede lid, van de Awir
toeslagenInkomensafhankelijke regelingen die door Toeslagen worden uitgevoerd: zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget.
ToeslagendienstverlenerEen organisatie of instelling die burgers helpt met een specifieke toeslag die raakvlakken heeft met de organisatie.

Paragraaf 1.3.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Awir’
ToeslagenservicepuntMaatschappelijke instantie die als hoofdtaak heeft om hulp te verlenen aan burgers op allerlei gebieden, waaronder met toeslagen. Bijvoorbeeld gemeenten en sociale raadslieden.

Paragraaf 1.3.3.1.2 van het hoofdstuk ‘Awir’
ToeslagenwetgevingAlle wet- en regelgeving over de toeslagen. Zoals de Awir, Wht, Wko, Wkb en Wzt.
ToetsingsinkomenHet jaarinkomen waarmee Toeslagen de hoogte van de toeslag berekent. Het op het berekeningsjaar betrekking hebbende inkomensgegeven. Zie ook: inkomensgegeven.

Artikel 8, eerste lid, van de Awir

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Toezicht Het uitvoeren van controle ter voorkoming van overtredingen en het naleven van voorschriften uit wet- en regelgeving.

Paragraaf 1.2.1 en 1.4.1 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
Alle werkzaamheden die erop gericht zijn om te zorgen dat er naleving komt, te voorkomen dat er risico’s ontstaan en in actie te komen als er een verhoogd risico kan zijn op niet-naleving. Anders dan intensief toezicht.
ToezichthouderEen ambtenaar die is aangewezen om toezicht te houden.

Paragraaf 1.2.1 en 1.5 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
TractatenbladHierin worden alle verdragen en volkenrechtelijke besluiten gepubliceerd die Nederland heeft gesloten met andere staten of volkenrechtelijke organisaties. Te vinden op www.officielebekendmakingen.nl. Zie ook: Staatsblad en Staatscourant.
TussenuitspraakTussentijdse uitspraak van een rechter in een (hoger) beroepsprocedure wanneer de rechter de bestuurlijke lus toepast. In de uitspraak staat onder andere welk gebrek in de bestreden beslissing op bezwaar het bestuursorgaan kan herstellen en eventueel hoe. Zie ook: bestuurlijke lus.

Afdeling 8.2.7 van de Awb

Paragraaf 1.4.4.4 van het hoofdstuk ‘Beroep’
U Uitreiziger Een Nederlander van wie het gegronde vermoeden bestaat dat hij/zij zich buiten Nederland bevindt met het doel om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie.

Artikel 2, eerste lid, onderdeel q, van de Awir

Artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Uitreiziger’
Uitstel van betaling
Verplichting tot het betalen van de terugvordering is opgeschort. De terugvordering van een toeslag mag dan na de betalingstermijn van 6 weken betaald worden.

Artikel 31 van de Awir

Paragraaf 1.3.1.6.1 van het hoofdstuk ‘Herziening’

Artikel 7 en 8 van de UR Awir

Paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘Invordering’

Artikel 4:94 van de Awb

Paragraaf 1.3.3 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
UnierechtAlle wet- en regelgeving (verdragen, verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen) van de Europese Unie. Ook wel: EU-recht of gemeenschapsrecht.
UrenkoppelingDe verhouding tussen het aantal uren dat de ouder en partner werken, re-integreren, studeren of inburgeren en het aantal opvanguren waarvoor kinderopvangtoeslag aangevraagd kan worden.

Artikel 1.7, derde lid, van de Wko

Paragraaf 1.8.3 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
V Van rechtswegeAutomatisch.
VaststellingsbeschikkingBeschikking waarin de hoogte van het voorschot of definitieve toeslag vastgesteld wordt. De beschikking tot toekenning van de tegemoetkoming, tot herziening van de tegemoetkoming of tot herziening van een voorschot. Ook wel: beschikking tot vaststelling.

Artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Awir

Bijlage 1 van het hoofdstuk ‘Awb’
VaststellingsovereenkomstEen schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer partijen waarmee zij een conflict oplossen. Voorbeelden: een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer waarmee een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd of een overeenkomst tussen een verzekeraar en slachtoffer over de vergoeding van schade.
Vennootschap onder firmaEen bedrijf/rechtsvorm waarin minimaal twee zakenpartners samenwerken onder één gemeenschappelijke naam. Iedere persoon die meedoet, is een mede-eigenaar. De eigenaren heten vennoten. De vennoten zijn gezamenlijk aansprakelijk. Een vennoot kan een natuurlijke persoon, rechtspersoon of een andere VOF/vennootschap zijn.
VerblijfscodeVertaling door de IND van de verblijfsstatus van een vreemdeling in een code.

Paragraaf 1.2 van Bijlage 1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
VerblijfsrechtHet recht van een vreemdeling om in een land te verblijven. Zie ook: rechtmatig verblijf en vreemdeling.
VerblijfsvergunningEen bewijs dat een vreemdeling rechtmatig verblijf heeft. Zie ook: rechtmatig verblijf en vreemdeling.

Paragraaf 1.5.4 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
Verbod van reformatio in peius Een belanghebbende mag door het instellen van bezwaar (of beroep) er niet slechter voor komen te staan dan het geval was voor de procedure.

Artikel 7:11, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.2.4.2 van het hoofdstuk ‘Herziening’

Paragraaf 1.4.2.6 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
VerdagenUitstellen.
Verdragsbijdrage Een bijdrage die verdragsgerechtigden betalen aan het CAK.

Artikel 69, tweede lid, van de Zvw

Artikel 6.3.1, tweede lid, van de Regeling zorgverzekering

Paragraaf 1.4.3 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
VerdragsgerechtigdeMensen die in het buitenland wonen en die op basis van Europese wetgeving ten laste van Nederland recht hebben op zorg of vergoeding van hun zorgkosten, zoals voorzien in de zorgverzekeringswetgeving van hun woonland. Dit zijn mensen met een AOW, pensioen of een bepaalde uitkering (zoals de WIA) uit Nederland (en hun gezinsleden) die zijn aangemeld bij het CAK.

Artikel 69, eerste lid, van de Zvw

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Verdragslanden Landen waarmee Nederland afspraken over de sociale zekerheid heeft gemaakt.

Paragraaf 1.4.2 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’

Paragraaf 1.7.1.3 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
VerdragspolisEen polis voor mensen die in Nederland wonen, maar in het buitenland werken of vanuit het buitenland een uitkering of pensioen ontvangen. Met de verdragspolis kunnen zij de meest noodzakelijke zorgkosten in Nederland vergoed krijgen (eventueel met betaling van een verplicht eigen risico). Er wordt geen premie betaald voor een verdragspolis. Wel voor de reguliere zorgverzekering bij de buitenlandse ziektekostenverzekeraar.

Paragraaf 1.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
VergrijpboeteEen bestuurlijke boete voor het met opzet of grove schuld niet, onjuist of volledig verstrekken van informatie wanneer een verplichting bestond om de informatie te verstrekken. Zie ook: grove schuld en opzet.

Artikel 41 van de Awir

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
VerjaringEen schuldeiser kan geen actie meer ondernemen om de schuld te innen.

Paragraaf 1.9 van het hoofdstuk ‘Invordering’
VerletkostenDe kosten van tijdverzuim. Kosten die iemand heeft moeten maken of geld/winst die iemand is misgelopen door het moeten vrijmaken van tijd.

Paragraaf 1.4.3.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
VerliesverrekeningBij een negatief inkomen betaalt de belastingplichtige geen inkomstenbelasting, maar hij krijgt ook geen geld toe. Het negatieve inkomen kan wel in een andere jaar worden verrekend met een positief inkomen. Daardoor wordt de te betalen belasting in dat andere jaar lager. Dit wordt verliesverrekening genoemd. Verliesverrekening geldt alleen bij box 1 en box 2 inkomen. Box 3 inkomen kan niet negatief zijn.

Artikel 3.150 en 4.49 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1.4 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
VermogensschadeGeleden verlies en gederfde winst. Ook wel: materiële schade.

Artikel 6:96 van het BW

Paragraaf 1.2.2.1 van het hoofdstuk ‘Schadevergoeding
VermogenstoetsHet recht op een toeslag is afhankelijk van de hoogte van het vermogen.

Paragraaf 1.3 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
VerrekeningBetaling van de één (de betaler) in mindering brengen of wegstrepen tegen een betaling die de ander (de ontvanger) nog aan de betaler moet verrichten. De betaler ontvangt dan minder of niets meer van de ontvanger. De betaler heeft op deze manier betaald zonder een daadwerkelijk geldstroom. Ook wel: verrekening met gesloten beurs.
VerschoonbaarGeoorloofd, gerechtvaardigd, vergeeflijk.
Verschoonbare termijnoverschrijding Niet verwijtbaar te laat ingediend.

Artikel 6:11 van de Awb

Paragraaf 1.2.4.4.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.2.3.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Vertrokken onbekend waarheen (VOW)Er is geen enkel adres bekend.

Paragraaf 1.5 van het hoofdstuk ‘BRP’
Verweerder In een beroepsprocedure: het bestuursorgaan tegen wiens beslissing beroep is ingesteld.
In een hoger beroepsprocedure: de partij die niet het hoger beroep heeft ingesteld. Dit is het bestuursorgaan als de burger het hoger beroep heeft ingesteld en de burger als het bestuursorgaan het hoger beroep heeft ingesteld.
VerweerschriftDe schriftelijke reactie van de wederpartij op een beroepschrift van de partij die in (hoger) beroep is gegaan.

Paragraaf 1.4.2.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
VerwijtbaarheidsbeoordelingEen beoordeling of er sprake is van misbruik of verwijtbaar oneigenlijk gebruik wanneer uit een rechtmatigheidsonderzoek blijkt dat een toeslagaanvraag (deels) onjuist was. Zie ook: rechtmatigheidsonderzoek.

Paragraaf 1.4.2.3 van het hoofdstuk ‘Toezicht en handhaving’
Verworven rechtVoor de huurtoeslag: er bestaat recht op huurslag ondanks een te hoge rekenhuur als de huurder eerder huurtoeslag is toegekend voor dezelfde woning. Zie ook: huurgrensoverschrijding.

Artikel 13, tweede lid, onderdeel c, van de Wht

Paragraaf 1.9.5.3 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
VerzamelinkomenInkomen uit werk en woning + inkomen uit aanmerkelijk belang + belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (verminderd met daarin begrepen te conserveren inkomen).

Artikel 2.18 van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Inkomen’
Verzekerde Voor de zorgtoeslag: iemand vanaf 18 jaar, die een zorgverzekering heeft en een verzekeringsplichtige is, met uitzondering van gedetineerden. Zie ook: verzekeringsplichtige en zorgverzekering.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wzt

Paragraaf 1.3 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Voor het kindgebonden budget: een verzekerde in de zin van de AKW. Iemand die in Nederland woont (ingezetene), met uitzondering van een onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling. En iemand die niet in Nederland woont, maar die wel loonbelasting moet betalen vanwege in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid. Zie ook: kring van verzekerden.

Artikel 6, eerste lid, van de AKW

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
VerzekeringnemerDe persoon die met een zorgverzekeraar een zorgverzekering heeft gesloten. Zie ook: zorgverzekeraar en zorgverzekering.

Artikel 1, onderdeel c, van de Zvw

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
VerzekeringsplichtigeVoor de zorgtoeslag: iemand die op grond van de Wlz van rechtswege verzekerd is en daarom verplicht is zich met een zorgverzekering te (laten) verzekeren. Zie ook: kring van verzekerden en zorgverzekering.

Artikel 1, onderdeel e en artikel 2, eerste lid, van de Zvw

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
VerzendadministratieRegistratie op individueel niveau dat een brief ter verzending is overgedragen aan het bedrijf dat de bezorging verzorgt.

Paragraaf 1.5.2.2.1 van het hoofdstuk ‘Awb’
VerzetBezwaar tegen de beslissing van een rechtbank om een beroepszaak vereenvoudigd te behandelen.

Artikel 8:55 van de Awb

Paragraaf 1.6.2.1 van het hoofdstuk ‘Beroep’
VerzuimEr is niet voldaan aan (één van) de voorwaarden.
VerzuimboeteEen bestuurlijke boete voor het niet (tijdig) verstrekken van informatie wanneer een verplichting bestond om de informatie te verstrekken.

Artikel 40 van de Awir

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’
VerzuimherstelGelegenheid om een verzuim te herstellen, door alsnog aan de voorwaarde te voldoen.

Artikel 6:6 van de Awb

Paragraaf 1.2.3.1 en 1.2.4.4.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
VluchtelingIemand die het thuisland ontvlucht vanwege gegronde vrees voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde etnische of sociale groep, en die in het eigen land geen bescherming krijgt.

Artikel 1 van het Vluchtelingenverdrag

Paragraaf 1.5.2.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
VolksverzekeringenWettelijk verplichte sociale verzekeringen die de verzekerde verzekeren tegen de financiële gevolgen van ouderdom, overlijden, bijzondere ziektekosten of kinderen. Dit zijn de AOW, Anw en Wlz (waaronder de ziektekostenverzekering). Zie ook: sociale zekerheid.
VoorbehoudVoorwaarde of beperking bij een toezegging, uitlating of tekst. Vaak wordt hiermee aansprakelijkheid beperkt. Ook wel: disclaimer.

Paragraaf 1.6.6.1.4 van het hoofdstuk ‘Awb’
Voordeel uit sparen en beleggenHet product van het effectieve rendementspercentage en de grondslag sparen en beleggen. De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag (het vermogen) aan het begin van het kalenderjaar dat uitkomt boven het heffingvrij vermogen. Zie ook: heffingvrij vermogen en rendementsgrondslag.

Artikel 5.2, eerste lid, van de Wet IB 2001

Paragraaf 1.2.4 van het hoofdstuk ‘Vermogen’
Vooringenomen Een mening of oordeel hebben voordat men de feiten kent. Ook wel: bevooroordeeld zijn.

Artikel 2:4, eerste lid, van de Awb

Paragraaf 1.6.4 van het hoofdstuk ‘Awb’

Paragraaf 1.4.2.2 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’
Voorlopige voorziening Een proces naast een bezwaar- of (hoger) beroepsprocedure waarmee de belanghebbende aan de rechter vraagt om een voorlopige beslissing te nemen als de uitkomst in de lopende procedure niet afgewacht kan worden vanwege een spoedeisend belang.

Titel 8.3 van de Awb

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’

Paragraaf 1.4 van het hoofdstuk ‘Hoger beroep’
Voorschoolse educatie Een door de gemeente gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten. Valt onder dagopvang en vindt plaats in een kindercentrum. Bedoeld voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar die baat hebben bij extra ondersteuning in hun ontwikkeling om te zorgen voor een goede start op de basisschool.

Artikel 1.1, eerste lid, van de Wko

Artikel 6 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie

Paragraaf 1.5.3.1.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
VoorschotVooruitbetaling op tegemoetkoming (definitieve toekenning).

Artikel 16 van de Awir

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Voorschotverlening’
VoorzieningenrechterRechter die beslist over een voorlopige voorziening.
Voorziening voor gastouderopvangGastouderopvang door een specifieke gastouder op een specifiek woonadres.

Artikel 1.1, eerste lid en artikel 1.5, eerste lid, onderdeel b, van de Wko

Paragraaf 1.5.4.2.1 van het hoofdstuk ‘Kinderopvangtoeslag’
VorderingEen eis die iemand heeft op een ander. Vaak een geldvordering. Voorbeeld: een terugvordering van een toeslag.

Paragraaf 1.3.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
VreemdelingIemand die in een land woont en (nog) niet de nationaliteit van dat land heeft. Voor Nederland, volgens de Vw 2000: ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld.

Artikel 1 van de Vw 2000

Paragraaf 1.2 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
Vreemdelingenrecht / -wetgevingOnderdeel van het bestuursrecht dat gaat over de toelating, het verblijf en de verwijdering van niet-Nederlanders. Het vreemdelingenrecht bestaat uit twee onderdelen: het reguliere vreemdelingenrecht en het asielrecht. Zie ook: asiel en vreemdeling.

Paragraaf 1.5.1 van het hoofdstuk ‘Vreemdeling’
Vreemde taal Niet Nederlandse taal.

Paragraaf 1.2.3.3 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.2.2.2.2 van het hoofdstuk ‘Beroep’
Vrije bewijsleerEen uitgangspunt in het bestuursrecht waarbij iemand vrij is in hoe hij/zij iets aantoont of onderbouwt. Er kunnen allerlei soorten bewijsstukken aangeleverd worden, hierin mogen geen beperkingen aangebracht worden. Op de vrije bewijsleer geldt alleen een uitzondering wanneer de wet voorschrijft met wat voor soort bewijsstuk een bepaald iets moet worden aangetoond.
W WeesIemand waarvan beide ouders zijn overleden.
WereldinkomenHet totaal van Nederlands en buitenlands inkomen.
WerkgeversverzekeringenSociale verzekeringen die werknemers beschermen tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Dit zijn de WW, de WAO en de WIA. Zie ook: sociale zekerheid.
WerklandbeginselRegel uit de Verordening (EG) 883/2004 dat iemand die met meerdere EU-lidstaten te maken heeft, verzekeringsplichtig is in het land waar hij werkt. Zie ook: verzekeringsplichtige.

Verordening (EG) 883/2004

Paragraaf 1.3.2.1.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’ en paragraaf 1.3 van Bijlage 1 van het hoofdstuk 'Zorgtoeslag'
Wet in formele zinWet die is vastgesteld door de regering en Staten-Generaal volgens een grondwettelijke procedure. Ook wel: formele wet.
Wet in materiële zinEen algemeen verbindend voorschrift. Hoeft niet noodzakelijk afkomstig te zijn van regering en Staten-Generaal gezamenlijk (in tegenstelling tot wet in formele zin).
WetsgeschiedenisHet geheel van documenten (kamerstukken) over een wet. Soms ook wel totstandkomingsgeschiedenis genoemd. Zie ook: Memorie van Toelichting.
Wettelijke vertegenwoordigerIemand die volgens de wet de belangen van een ander behartigt.
WilsonbekwaamNiet in staat om een weloverwogen beslissing te nemen, kan de gevolgen niet overzien en kan niet zelfstandig rechtshandelingen nemen. In tegenstelling tot wilsbekwaam. Zie ook: handelingsonbekwaam.
WoningEen gebouwde onroerende zaak inclusief de onroerende aanhorigheden. Zie ook: onroerende zaak.

Artikel 1, onderdeel k, van de Wht

Paragraaf 1.6.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
WoningcorporatieEen sociale woningbouworganisatie die zich richt op het bouwen, beheren en verhuren van woonruimte met een betaalbare huurprijs. Het kenmerk van deze woningbouw is dat de huuropbrengsten niet rendabel zijn ten opzichte van de kosten. In tegenstelling tot particuliere verhuurders. Ook wel: woningbouwcorporatie of wooncorporatie (niet wooncoöperatie, zie: woonvereniging).
WoonadresAdres waar iemand woont; zijn hoofdverblijf heeft. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een briefadres.

Paragraaf 1.3.6 van het hoofdstuk ‘Partner’
WoongenotHet ongestoord in een woning kunnen wonen.
WoonlandbeginselHet aanpassen van de hoogte van een uitkering aan het woonland. Dit wordt gedaan door het toepassen van een woonlandfactor.

Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012
Woonlandfactor Voor de zorgtoeslag: een getal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde zorguitgaven voor een persoon in Nederland en voor een persoon in het buitenlandse woonland.

Artikel 3, eerste lid, van de Wzt

Paragraaf 1.4.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Voor het kindgebonden budget: een percentage dat een weergave is van de verhouding tussen het kostenniveau van het buitenlandse woonland van het kind en het kostenniveau van Nederland. Maximaal 100.

Artikel 2, twaalfde en dertiende lid, van de Wkb

Paragraaf 1.7.2 van het hoofdstuk ‘Kindgebonden budget’
WoonlastenfondsEen fonds dat gemeenten kunnen instellen om een extra bijdrage in de huurkosten te kunnen verstrekken aan huishoudens die dit nodig hebben. De bijdrage uit een woonlastenfonds is een aanvulling op de huurtoeslag.

Paragraaf 1.14 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
WoonverenigingEen vereniging die haar leden in staat stelt om de door hen bewoonde woningen zelfstandig te beheren en te onderhouden. Ook wel: wooncoöperatie.
WoonwagenEen voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 1, onderdeel l, van de Wht

Paragraaf 1.6.3 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
X
Y
Z ZelfstandigeIemand die niet in loondienst werkt, maar ondernemer of ZZP-er is (zelfstandige zonder personeel).
Zelfstandige woonruimteEen woning die een eigen toegang heeft en die de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning. Onder wezenlijke voorzieningen verstaat Toeslagen minimaal een woon/slaapkamer, een kookgelegenheid, een toilet en (sinds 1 maart 2024) een wasgelegenheid (badkamer/douche). De wezenlijke voorzieningen moeten voor eigen en exclusief gebruik zijn.

Artikel 7:234 van het BW

Paragraaf 1.6.2.1 van het hoofdstuk ‘Huurtoeslag’
ZorgpremieKosten voor een zorgverzekering.
ZorgtoeslagEen tegemoetkoming in de kosten voor een zorgverzekering (de premie aan een zorgverzekering of een bestuursrechtelijke premie aan het CAK en het verplicht eigen risico).

Artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wzt

Paragraaf 1.1 en 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Zorgverzekeraar Een verzekeringsonderneming voor zover deze zorgverzekeringen aanbiedt of uitvoert. Het werkgebied van een zorgverzekeraar is Nederland of een deel daarvan. Een verzekeringsonderneming is een directe schade- of levensverzekeringsonderneming wiens hoofdkantoor op het grondgebied van een lidstaat (Nederland) is gevestigd en waaraan door de toezichthouders (Nederlandse Zorgautoriteit) van die lidstaat een vergunning is verleend.

Artikel 1, onderdelen a en b en artikel 29 van de Zvw

Artikel 13, eerste lid en artikel 14, eerste en tweede lid, van de Richtlijn solvabiliteit II

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
Zorgverzekering Een schadeverzekering gesloten tussen een zorgverzekeraar en een verzekeringnemer ten behoeve van een verzekeringsplichtige. Zie ook: verzekeringnemer, verzekeringsplichtige en zorgverzekeraar.

Artikel 1, eerste lid, van de Wzt

Artikel 1, onderdeel d, van de Zvw

Paragraaf 1.3.1 van het hoofdstuk ‘Zorgtoeslag’
ZwijgrechtNiet verplicht om een verklaring te geven. Zie ook: cautie.

Artikel 5:10a van de Awb

Paragraaf 1.3.5.3 van het hoofdstuk ‘Bezwaar’

Paragraaf 1.5.4 van het hoofdstuk ‘Bestuurlijke boete’